Les 32-33

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Les 32-33

Opdracht 13A blz. 223

Opdracht 13A blz. 223

1 Welke woorden horen bij de prepositie?

2 Gebruik in je antwoord: er, hier of daar

Werkwoorden met een vast voorzetsel

https://www.nt2.nl/documenten/in_zicht/lijst_werkwoorden_met_een_vast_voorzetsel.pdf

Ik heb zin .... een feestje

1. aan
2. om
3. in
4. voor

Hij wacht .... de bus

1. om
2. naar
3. van
4. op

Hij is boos .... deze kwestie.

1. op
2. over
3. van
4. voor

Zorg jij ..... een heerlijke maaltijd?

1. voor
2. met
3. aan
4. in

Daar ben ik niet .... in staat

1. van
2. mee
3. toe
4. op

...... vergelijking ...... mijn land fietst iedereen in Nederland.

1. Op, naar
2. In, met
3. Aan, voor
4. Over, met

Probeer nu zelf vragen te maken met onderstaande zinnen en gebruik er in je antwoord.

Voorbeeld: Zin hebben in

Heb je zin in een  feestje? Ja, ik heb er zin in.

Doe dit ook met:

1 Moeite hebben met:

2 Tevreden zijn over:

Hoor je het woordje er?

Opdracht 14 blz. 224

Filmpje 52 weken duurzaam

We gaan straks naar een filmpje kijken:

Wat bedoelen ze met consuminderen?

Kun je 4 voorbeelden geven van consuminderen?

Welke tips zijn nieuw?

Welke tips kan jij geven?

Praten over duurzaamheid.

Noem een getal tussen van 1 t/m 10

Luister naar de vraag. Beantwoord allebei de vraag.

Huiswerk

Ga naar de website NT2taalmenu.nl 

Maak oefenexamen 2 van Ad Appel Taaltrainingen

Opdracht 4: Een e-mail naar Expert

Succes!