DO1 les 1 Herhalen zuren en basen H7.1 tm 7.3

Voorbereiding DO 5VWO
Hoofdstuk 7.1 t/m 7.4 Zuren en basen
Hoofdstuk 9.2 Redoxreacties
Hoofdstuk 13.1 Analyse en onderzoek
Hoofdstuk 13.4 Gehaltebepaling

Les 1 opfrissen voorkennis
zuren & basen (H7.1. tm 7.3)


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding DO 5VWO
Hoofdstuk 7.1 t/m 7.4 Zuren en basen
Hoofdstuk 9.2 Redoxreacties
Hoofdstuk 13.1 Analyse en onderzoek
Hoofdstuk 13.4 Gehaltebepaling

Les 1 opfrissen voorkennis
zuren & basen (H7.1. tm 7.3)


Slide 1 - Diapositive

Na afloop van deze les...
  • ken je de definitie van een zuur, base, zure oplossing en basische oplossing
  • ken je de namen en formules van veel voorkomende zuren en basen
  • kun je de juiste notatie geven van oplossingen van sterke en zwakke zuren en basen
  • kun je met behulp van indicatoren de pH van een oplossing bepalen
  • kun je de reactievergelijking geven van een zuur-base reactie

Slide 2 - Diapositive

opfrissen leerdoelen 7.1   Zure en basische oplossingen

    Slide 3 - Diapositive

    Maak deze zin af:
    Een zuur is ...
    timer
    0:30

    Slide 4 - Question ouverte

    Hoeveel H+ ionen kan ethaanzuur afstaan?
    A
    4
    B
    3
    C
    2
    D
    1

    Slide 5 - Quiz

    Hieronder staan formules van zuren en van zuurrest ionen. Sleep de formules naar de juiste naam.
    timer
    2:00
    chloride-ion
    fosfaation
    fosforzuur
    zwavelzuur
    acetaation
    nitraation
    carbonaation
    sulfaation
    koolzuur
    salpeterzuur
    azijnzuur
    waterstofchloride

    Slide 6 - Question de remorquage

    Maak deze zin af:
    Een basische oplossing bevat ...
    timer
    0:30

    Slide 7 - Question ouverte

    Hieronder staan formules van basen en de geconjugeerde zuren. Sleep de formules naar de juiste naam.
    timer
    2:00
    hydroxide-ion
    oxide-ion
    ammoniak
    carbonaation
    waterstofcarbonaation
    koolzuur
    ammoniumion
    natronloog
    kaliloog
    kalkwater
    Na+ (aq) + OH-(aq)
    K+ (aq) + OH-(aq)
    Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

    Slide 8 - Question de remorquage

    Sleep de termen naar de juiste plaats op de pH schaal.
    timer
    0:30
    zure oplossing
    neutrale oplossing
    basische oplossing

    Slide 9 - Question de remorquage

    H7.1 pH  - zuurgraad
    • De zuurgraad van oplossingen noemen we de pH-waarde
    • pH-schaal loopt (meestal) van 0 tot 14
    • Hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH
    • Hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH
    • Een neutrale oplossing heeft pH 7
    • In de scheikunde is het niet zuur vs. zoet
       maar zuur vs. basisch

    Slide 10 - Diapositive

    H7.1 pH meten - zuur-base indicatoren (oplossingen)
    • Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A



    Slide 11 - Diapositive

    Kim wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator.
    Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.
    timer
    3:00
    A
    3,8 < pH < 5,5
    B
    3,8 < pH < 4,4
    C
    5,4 < pH < 5,5
    D
    4,4 < pH < 4,8

    Slide 12 - Quiz

    opfrissen leerdoelen H7.2   Sterke en zwakke zuren en basen

      Slide 13 - Diapositive

      Slide 14 - Diapositive

      Wat is de juiste notatie van een oplossing van fosforzuur?
      Tip: kijk in tabel 49 of fosforzuur een sterk of zwak zuur is.
      A
      H3PO4(aq)
      B
      H3O+(aq)+H2PO4(aq)

      Slide 15 - Quiz

      Wat is de juiste notatie van een oplossing van salpeterzuur?
      Tip: kijk in tabel 49 of salpeterzuur een sterk of zwak zuur is.
      A
      HNO3(aq)
      B
      H3O+(aq)+NO3(aq)

      Slide 16 - Quiz

      Slide 17 - Diapositive

      Slide 18 - Diapositive

      Wat is de juiste notatie van een ammoniakoplossing?
      Tip: kijk in tabel 49 of ammoniak een sterke of zwakke base is.

      A
      NH3(aq)
      B
      NH4+(aq)+OH(aq)

      Slide 19 - Quiz

      Wat is de juiste notatie voor een oplossing van calciumoxide?

      A
      CaO(aq)
      B
      Ca2+(aq)+O2(aq)
      C
      Ca2+(aq)+2OH(aq)

      Slide 20 - Quiz

      Slide 21 - Diapositive

      Welk idee is goed?
      A
      laten we water toevoegen, dit zal het zuur neutraliseren
      B
      voeg een universele indicator toe. Als de kleur rood wordt, weten we dat het veilig is om op te ruimen
      C
      laten we een zwakker zuur toevoegen om het veiliger te maken
      D
      laten we een base aan het zuur toevoegen om deze te neutraliseren

      Slide 22 - Quiz

      opfrissen leerdoelen H7.3  Zuur-base reacties

        Slide 23 - Diapositive

        Zuurbase reacties
        Bij een reactie tussen een zuur en een base 
        geeft het zuur H+ af aan de base
        Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
        het verplaatsen van H+ ionen
        Voorbeeld:
        CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)

        Slide 24 - Diapositive

        Zijn de volgende reacties zuurbase reacties?
        1.

        2.
        K2O(s)+H2O(l)>2K+(aq)+2OH(aq)
        HF+CH3COO>F+CH3COOH
        A
        alleen reactie 1
        B
        alleen reactie 2
        C
        ja, allebei
        D
        nee, geen van beide

        Slide 25 - Quiz

        uitleg
        1. K2O (s) + H2O (l) -> 2 K+ (aq) + 2 OH- (aq)
        Het O2- ion (base) neemt H+ op van H2O (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl 2x OH- ontstaat
        2. HF  + CH3COO- (aq) -> F- + CH3COOH 
        CH3COO- (base) neemt H+ op van HF (zuur). Dit zie je omdat er na de pijl CH3COOH en F- ontstaat 

        Slide 26 - Diapositive

        Is de volgende reactie een zuurbase reactie?

        Mg(s)+2H+(aq)>Mg2+(aq)+H2(g)
        A
        ja
        B
        nee

        Slide 27 - Quiz

        uitleg
        Mg (s) + 2 H+ (aq) -> Mg2+ (aq) + H2 (g)
        Er komt in deze reactievergelijking wel H+ voor, maar dit ion verplaatst niet van het ene deeltje voor de pijl (zuur) naar het andere deeltje voor de pijl (base). Mg neemt dit H+ ion niet op.
        TIP: je herkent zuurbase reacties snel als je de formules van de zuren en de basen uit je hoofd kent (leren!)

        Slide 28 - Diapositive

        oefenen

        Geef de vergelijking van de reactie die plaats vindt wanneer zoutzuur (een oplossing van het gas HCl) gemengd wordt met natronloog (een oplossing van het zout NaOH).
        timer
        2:00

        Slide 29 - Diapositive

        instabiel zuur
        H2CO3 is koolzuur. Dit zuur is niet stabiel en
        valt uit elkaar. Welke twee stoffen ontstaan? 

        Slide 30 - Diapositive

        Met een overmaat azijnzuuroplossing wordt kalkaanslag (=calciumcarbonaat) in een waterkoker opgelost.
        Er komt daarbij een gas vrij.
        Geef de reactievergelijking.
        timer
        3:00

        Slide 31 - Question ouverte

        oefenen, oefenen, oefenen, .....
        Na deze herhalings-Lesson-Up over H7.1 t/m H7.3 kun je zelf kijken of je het begrepen hebt. Goede oefenopgaven zijn:
        • indicatoren: opgave 9
        • zuren en basen: opgaven 11 + 15 + 20
        • zuurbase reacties: 29 + 30 + 31
        • NOVA online - Versterk jezelf
        Kies wat jij nodig hebt om goed voorbereid te zijn!
         
         

        Slide 32 - Diapositive

        Eigen werk voor de volgende les
        • Leer de namen en formules van veel voorkomende zuren en basen op blz 11 van het 5 VWO boek.
        • Oefen onderwerpen die je nog lastig vindt met de aangegeven opgaven in deze LessonUp en/of op NOVA Online bij H4 en H7 met versterk jezelf  (in de rechter kolom kan je onderdelen kiezen)

        Slide 33 - Diapositive