4.2 Zien en horen

Belangrijke begrippen uit 4.1
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Belangrijke begrippen uit 4.1

Slide 1 - Diapositive

Wat heeft GEWENNING met het Zintuigenstelsel te maken?
A
Zintuigen worden gevoelloos voor een prikkels
B
Zintuigen ontvangen lange tijd zelfde prikkels
C
Zintuigen ontvangen lange tijd geen prikkels
D
Zintuigen ontvangen verkeerde prikkels

Slide 2 - Quiz



Gewenning 

Zintuigcellen ontvangen lange tijd zelfde prikkel


= minder impulsen



Bijv:  druk van kleding dragen, geluiden van verkeer

Slide 3 - Diapositive

Wat is een Adequate Prikkel?
A
zintuigcel gevoelig voor alle prikkels om je heen
B
zintuigcel is gevoelloss voor prikkels
C
zintuigcel gevoelig voor één bepaalde prikkel
D
zintuigcel verwerkt zeer sterke prikkels

Slide 4 - Quiz



Adequate prikkel 

Elk type zintuigcel gevoelig voor één bepaalde prikkel

 

Gezichtzintuigcellen zijn gevoelig voor licht

Gehoorzintuigcellen voor geluid

Geurzintuigcellen voor geur

Slide 5 - Diapositive


Drempelwaarde

Als een prikkel te zwak is --> geen impuls


Als een prikkel sterk genoeg is --> wel impuls

Slide 6 - Diapositive

Waarnemen en reageren
4.2 - Zien en horen

Slide 7 - Diapositive

Hoofdstuk 4 - Waarnemen en reageren

4.1 - Waarnemen
4.2 - Zien en horen
4.3 - Proeven, ruiken, voelen
4.4 - Zenuwstelsel
4.5 - Reageren
4.6 - Reageren door hormonen

Slide 8 - Diapositive

Doel van de paragraaf
  • Je weet hoe je oog beschermt wordt
  • Je kent de werking van je ogen
  • Je weet hoe je oor werkt
  • Je kent de werking van het evenwichtsorgaan

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Deel 1, het oog

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Opdracht maken
Lees blz. 110
Maak opdracht 6 + 7 
blz. 16 wb

Slide 14 - Diapositive

verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 15 - Diapositive

Accomoderen

Slide 16 - Diapositive

Bril nodig?
Verziend? 
Dichtbij onscherp, bolle lens +

Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -

Slide 17 - Diapositive

het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen

Slide 18 - Quiz

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 20 - Quiz

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp... Hoe nomen we dit?
A
Een lui oog
B
Een dun oog
C
Een bijziend oog
D
Een verziend oog

Slide 22 - Quiz

In je oog gaat het licht achtereenvolgens door:
A
Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
B
Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
C
Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
D
Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Slide 23 - Quiz

Aan de slag 
Maken opdracht 8 t/m 12

Slide 24 - Diapositive

4.2 - Zien en horen

Slide 25 - Diapositive

Hoofdstuk 4 - Waarnemen en reageren

4.1 - Waarnemen
4.2 - Zien en horen
4.3 - Proeven, ruiken, voelen
4.4 - Zenuwstelsel
4.5 - Reageren
4.6 - Reageren door hormonen

Slide 26 - Diapositive

Doel van de paragraaf
  • Je weet hoe je oog beschermt wordt
  • Je kent de werking van je ogen
  • Je weet hoe je oor werkt
  • Je kent de werking van het evenwichtsorgaan

Slide 27 - Diapositive

Deel 2, het oor

Slide 28 - Diapositive

Eerst even lezen en maken
Lees blz. 114 TB

Slide 29 - Diapositive

Het oor: de weg van het geluid

Slide 30 - Diapositive

Trommelvlies
De stand van het trommelvlies met luchtdruk.
De buis van Eustachius zorgt ervoor dat de druk kan veranderen door met slikken of gapen even open te gaan.

Gehoorbeschadiging loop je op wanneer je je oren vaak hard (80-120 dB) en langdurig overbelast. De trilhaartjes beschadigen en trillen minder goed mee. Er ontstaan minder impulsen

Slide 31 - Diapositive

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.
Lees de tekst op blz 115 voor de werking van het orgaan.

Slide 32 - Diapositive

Wat is de functie van het oor?
A
Geluidstrillingen doorgeven naar de gehoorzintuigen
B
Geluid doorgeven naar de hersenen

Slide 33 - Quiz

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 34 - Quiz

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 35 - Quiz

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 36 - Quiz

Hoe heten de onderdelen van het evenwichtsorgaan die gevuld zijn met vloeistof?
A
gehoorbeentjes
B
zintuigcellen
C
halve cirkelvormige kanalen
D
evenwichtszenuw

Slide 37 - Quiz

Aan het werk
- Opdrachten 4.2
- Samenvatting
- Mindmap
-etc.

Slide 38 - Diapositive