Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H1L17 - 1VMA - Donderdag 12 oktober - 1.7 Grammatica
Welkom
1VMC
: )
Planning van het eerste uur
Huiswerk bespreken
Uitleg grammatica
Zelfstandig werken
Aan het einde van deze les
weet je (weer) wat de persoonsvorm van een zin is;
weet je (weer) wat zinsdelen zijn;
weet je (weer) hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
weet je hoe je het onderwerp in een zin vindt.
Pak je laptop er alvast bij
timer
10:00
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom
1VMC
: )
Planning van het eerste uur
Huiswerk bespreken
Uitleg grammatica
Zelfstandig werken
Aan het einde van deze les
weet je (weer) wat de persoonsvorm van een zin is;
weet je (weer) wat zinsdelen zijn;
weet je (weer) hoe je een zin in zinsdelen kunt verdelen;
weet je hoe je het onderwerp in een zin vindt.
Pak je laptop er alvast bij
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk bespreken
timer
5:00
Huiswerk bespreken (opdracht 4 t/m 9 van 1.7 Grammatica)
Slide 2 - Diapositive
Persoonsvorm
- er staat altijd een persoonsvorm in de zin
- is altijd een werkwoord
Slide 3 - Diapositive
Persoonsvorm
Vinden door:
- de tijd in de zin te veranderen
- een vraagzin van maken
- in het meervoud of enkelvoud zetten
Slide 4 - Diapositive
Persoonsvorm
De zwarte hond speelt samen met onze poes in de tuin
De zwarte hond
speeld
e
......
Speelt
de zwarte hond ......
De zwarte honden
spelen
......
Slide 5 - Diapositive
Persoonsvorm
Wat is in de volgende zinnen de persoonsvorm?
Slide 6 - Diapositive
De leraar gaf het huiswerk voor de volgende dag op.
timer
0:15
Slide 7 - Question ouverte
Het meisje fietst elke dag 10 kilometer naar school.
timer
0:15
Slide 8 - Question ouverte
Op vakantie zijn we vaak naar het strand gegaan.
timer
0:15
Slide 9 - Question ouverte
Onderwerp
geeft aan
wie
of
wat
de handeling van de persoonsvorm doet
Je vraagt dus: wie (of wat) +persoonsvorm
Slide 10 - Diapositive
Onderwerp
Ik
loop
op straat.
Wie +pv (=loopt)+op straat
IK
Slide 11 - Diapositive
Onderwerp
De vriendelijke man trakteert op ijsjes
Slide 12 - Diapositive
Onderwerp
De vriendelijke man trakteert op ijsjes
Wie+persoonsvorm
Slide 13 - Diapositive
Onderwerp
De vriendelijke man trakteert op ijsjes
Wie trakteert (op ijsjes)
De vriendelijke man
Slide 14 - Diapositive
De leraar gaf het huiswerk voor de volgende dag op.
timer
0:15
Slide 15 - Question ouverte
Het meisje fietst elke dag 10 kilometer naar school.
timer
0:15
Slide 16 - Question ouverte
Op vakantie zijn we vaak naar het strand gegaan.
timer
0:15
Slide 17 - Question ouverte
Persoonsvorm loves onderwerp
Ze staan meestal naast elkaar
Als de persoonsvorm enkelvoud is, is het onderwerp ook enkelvoud
Als de persoonsvorm meervoud is, is het onderwerp ook meervoud
Persoonsvorm
❤
Onderwerp
Slide 18 - Diapositive
Onderwerp
De grote man
|
eet
|
een kleine taart
|
met een vork.
Slide 19 - Diapositive
Onderwerp
De grote man
|
eet
|
een kleine taart
|
met een vork.
De grote man |
eten
| een kleine taart | met een vork.
Slide 20 - Diapositive
Onderwerp
De grote man
|
eet
|
een kleine taart
|
met een vork.
De grote man |
eten
| een kleine taart | met een vork.
De grote mannen |
eten
| een kleine taart | met een vork.
Slide 21 - Diapositive
In welke zin staat het onderwerp van onderstaande zin in het meervoud?
Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.
A
Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstanders de atletiekbaan oprennen.
B
Met groot gemak zien de getrainde hardlopers zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.
Slide 22 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze zin:
Met groot gemak ziet de getrainde hardloper zijn tegenstander de atletiekbaan oprennen.
A
Met groot gemak
B
de getrainde hardloper
C
hardloper
D
zijn tegenstander
Slide 23 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisterenavond werd het grootste feest van het jaar in het dorp gevierd.
A
Gisterenavond
B
het grootste feest
C
het feest
D
het grootste feest van het jaar
Slide 24 - Quiz
Samenvatting van de les
De
persoonsvorm
is altijd een werkwoord
Je vindt deze door: De tijd in de zin te veranderen
Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm
Het
onderwerp
vind je door de vraag te stellen: wie (of wat) = persoonsvorm.
Huiswerk
Lees de blauwe leerteksten van 1.7 Grammatica
Maak opdracht 10 t/m 15 van 1.7 Grammatica
Na de vakantie: kaft af op dinsdag
- De tijd van de zin te veranderen
- De zin in het enkelvoud of meervoud te zetten
- Door er een vraagzin van te maken
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H1L17 - 1VMA - Donderdag 12 oktober - 1.7 Grammatica
Octobre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H1L17 - 1VMA - Donderdag 12 oktober - 1.7 Grammatica
Juin 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H1L19 - 1THE - Donderdag 12 oktober - Grammatica zinsdelen 1.7 + keuzemenu kaftopdracht
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H1L20 - Grammatica 1.8 - dinsdag (onderwerp en verwerkingsopdracht)
Octobre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1L20 - Grammatica 1.8 - dinsdag (onderwerp en verwerkingsopdracht)
Octobre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1L18 - 1THE - Dinsdag 10 oktober - Grammatica zinsdelen 1.7
Octobre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H1L18 - 1VMA - Vrijdag 13 oktober - 1.7 Grammatica
Octobre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H1L18 - 1VMA - Vrijdag 13 oktober - 1.7 Grammatica
Juin 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1