Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Domein grootheden en eenheden
Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
Slide 1 - Diapositive
Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is
lengte.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een eenheid?
De eenheid is de
maat
waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.
Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm
Slide 3 - Diapositive
Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)
Slide 4 - Carte mentale
Noem een eenheid
van lengte
Slide 5 - Carte mentale
Noem een eenheid van tijd
Slide 6 - Carte mentale
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 7 - Question de remorquage
Zet de eenheden van lengte van groot (links)
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 8 - Question de remorquage
Met welk getal moet vermenigvuldigd worden om te weten hoeveel centimeter 2 meter is?
A
10
B
20
C
100
D
1000
Slide 9 - Quiz
Hoeveel kilometer is 7000 meter?
Vul alleen een getal in.
Slide 10 - Question ouverte
57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm
Slide 11 - Quiz
Hoe laat is het op deze klok?
A
10:25
B
09:25
C
05:47
D
06:47
Slide 12 - Quiz
90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6
Slide 13 - Question de remorquage
Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.
Slide 14 - Question ouverte
Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut
Slide 15 - Quiz
3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000
Slide 16 - Question de remorquage
Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g
Slide 17 - Question de remorquage
Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?
A
6 kg
B
0,6 kg
C
6000 mg
D
6000 g
Slide 18 - Quiz
Aisha heeft € 3,55 in haar portemonnee.
Zij koopt een broodje van 80 cent.
Hoeveel geld zit er nu nog in haar portemonnee?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Domein grootheden en eenheden
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
il y a 13 jours
- Leçon avec
21 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
Janvier 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden reko105
Octobre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
Février 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
il y a 14 jours
- Leçon avec
31 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Domein grootheden en eenheden
il y a 16 jours
- Leçon avec
31 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1