Oefentoets Hoofdstuk 4 paragraaf 1 en 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Stelling: Er zijn altijd meer ontheemden dan vluchtelingen in de wereld.

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn ontheemden?

1. Asielzoekers
2. vluchteling binnen eigen land
3. Vluchtelingen die naar een ander land gaan
4. Vluchtelingen die van continent veranderen

Wat moet je kennen en kunnen?    §1 Waarom mensen migreren

Theorie:

• Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland.

• Je kunt verschillende groepen migranten beschrijven.

• Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen.

• Je kunt beschrijven hoe de migratie naar en binnen de EU er op dit moment uitziet.

• Je kunt verschillen tussen EU-landen wat betreft migrantengroepen beschrijven en uitleggen.

Begrippen: arbeidsmigrant, asielzoeker, discriminatie, gastarbeider, gezinshereniging, illegaal, kennismigrant, kolonie, mensenrechten, migratie, migratieachtergrond, vertrekreden, vestigingsreden, vluchteling

Wat moet je kennen en kunnen?    §2 Gevolgen van migratie

Theorie:

• Je kunt uitleggen hoe het voor migranten in de EU is om een nieuw leven op te bouwen.

• Je kunt gevolgen voor de samenleving beschrijven van de komst van verschillende groepen migranten naar de EU.

• Je kunt arbeidsmigratie binnen de EU beschrijven en voorbeelden geven van de gevolgen hiervan.

• Je kunt uitleggen waarom het voor illegalen in de EU moeilijk is om een leven op te bouwen.

• Je kunt voorbeelden geven van hoe mensen denken over integratie en de gevolgen ervan.

Begrippen:

braindrain, cultuur, integratie, multiculturele samenleving, natuurlijke bevolkingsgroei, segregatie, voorziening 

Wat is migratie?

1. verhuizen binnen eigen land
2. afscheiding van groepen
3. verhuizen over een bepaalde grens
4. vluchten voor een natuurramp

Multiculturele samenleving

1. Veel mensen uit dezelfde cultuur
2. Weinig mensen uit dezelfde cultuur
3. Veel mensen uit verschillende culturen
4. Weinig mensen uit verschillende culturen

José komt uit Spanje. Hij woont nu in Amsterdam. Voor Spanjaarden is hij een..

1. immigrant
2. emigrant
3. push-factor
4. vestigingsgebied

Wanneer er oorlog is in jouw land is dit een...

1. vertrekfactor
2. vestigingsfactor

Natuurramp

1. vertrekfactor
2. vestigingsfactor

Wanneer er veel werkgelegenheid is in jouw gebied is dit een ...

1. vertrekfactor
2. vestigingsfactor

De reden om ergens te vertrekken is....

1. push factor
2. pull factor

Mensen uit Syrië vertrekken naar Turkije vanwege de oorlog. Wat is die oorlog?

1. Een push-factor
2. Een pull-factor
3. Vertrekgebied
4. Emigratie

Immigranten uit Indonesië

1. uit de Nederlandse koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen uit oorlogsgebied

Arbeidsmigratie kan leiden tot een braindrain. Hoe dan?

1. Goed opgeleide mensen gaan werken in het buitenland
2. Goed opgeleide mensen komen naar jouw land
3. Mensen die ergens anders hebben gestudeerd keren terug.
4. Goed geschoold personeel gaat dáár werken waar het werk is.

I. Kennismigranten hebben vaak een hoge opleiding.
II. Een politieke vluchteling is een migrant.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

I. De meest illegalen komen naar Nederland als arbeidsmigranten.
II. Kennismigranten uit landen buiten de EU mogen Nederland in als zij een beroep hebben waaraan in Nederland behoefte is.

1. I is juist, II is onjuist
2. I is onjuist, II is juist
3. I en II zijn beide juist
4. I en II zijn beide onjuist

Tegenwoordig komen er veel arbeidsmigranten uit...

1. Noord-Europa
2. Oost-Europa
3. Zuid-Europa
4. West-Europa

Welke uitspraak over arbeidsmigranten is waar?

1. De eerste arbeidsmigranten kwamen allemaal uit Marokko
2. Veel arbeidsmigranten kwamen uit voormalige koloniën.
3. In de jaren ’60 en ’70 kwamen veel arbeidsmigranten
4. Turkse arbeiders gingen na enkele jaren terug naar hun familie.

Arbeidsmigranten binnen de EU

1. Mogen zonder voorwaarden komen
2. Mogen Nederland in, onder voorwaarden
3. Mogen Nederland niet in

Kennismigranten van buiten de EU

1. Mogen zonder voorwaarden komen
2. Mogen Nederland in, onder voorwaarden
3. Mogen Nederland niet in

Hoe noem je vertrekredenen ook wel?

1. Pull-factoren
2. Push-factoren
3. Verhuis-factoren

Een asielzoeker wordt hier alleen toegelaten als hij:

1. in zijn eigen land geen werk heeft.
2. in zijn eigen land gevaar loopt.
3. voor gezinsvorming naar Nederland komt.
4. voor gezinshereniging in aanmerking komt.

Wat is een asielzoeker?

1. Iemand die asiel (= bescherming) vraagt in zijn/haar land om er te mogen blijven wonen.
2. Iemand die asiel (= bescherming) vraagt in een ander land om er te mogen blijven wonen.
3. Iemand die asiel (= bescherming) vraagt in een ander land om er te mogen werken.

Beoordeel de uitspraak:
Niet alle vluchtelingen zijn asielzoeker, maar alle asielzoekers zijn wel vluchteling geweest.

1. Juist
2. Onjuist

•Vertrekredenen:

1. armoede en werkloosheid
2. discriminatie en werk
3. godsdienst en veilig leven
4. werk en goede opleidingen

vestigingsredenen:

1. armoede en werkloosheid
2. discriminatie en werk
3. godsdienst en veilig leven
4. werkeloosheid en goede opleidingen

Integratie of segregratie?

1. Integratie
2. Segregratie

Wat is integratie?

1. Goed meedoen in de maatschappij
2. Iemand die geboren is in het buitenland
3. Verschillende bevolkingsgroepen leven apart van elkaar
4. Dat mensen verhuizen naar het buiteland

Bij een inburgeringscursus leer je ......

1. de taal
2. meer over de cultuur van NL
3. zowel de taal alsook over de cultuur van NL

Wat is inburgeren?

1. Als je in Nederland komt en de taal moet leren en aan de samaleving wennen.
2. Als je als buitelander een korte periode in Nederland blijft
3. Als je je eigen cultuur meeneemt naar Nederland.
4. Als je de grens over gaat.

wat is een multiculturele samenleving?

1. dat er mensen uit anderen landen hier wonen
2. dat mensen een ander cultuur hebben
3. dat meerdere culturen in Nederland samenleven
4. dat het Christendom is in Nederland

Wat is segregatie?

1. Bevolkingsgroepen leven apart van elkaar
2. Bevolkingsgroepen doen moeilijk mee in de maatschappij
3. Bevolkingsgroepen leven dicht bij elkaar
4. Bevolkingsgroepen zijn werkloos

Immigranten uit Suriname

1. uit de Nederlandse koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen uit oorlogsgebied

Suriname was voor Nederland een vestigingskolonie

1. ja
2. nee

Immigranten uit Marokko

1. uit de Nederlandse koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen uit oorlogsgebied

Dit cijfer denk ik voor de toets te gaan halen:
Vul het op deze manier in 6.5 = 65

0100

Was alles duidelijk? Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?