6.2 Voedselrelaties

thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.2 Voedselrelaties
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.2 Voedselrelaties

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat gaan we vandaag doen
- herhalen 6.1  'Wat is ecologie?' --> quiz + huiswerk
- leerdoelen vandaag
- uitleg nieuwe leerstof: 6.2 Voedselrelaties
- zelf aan de slag
- herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen abiotische factor?
A
Licht
B
Warmte
C
Bodem
D
Voedsel

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een biotische factor?
A
water
B
grasplant
C
zonlicht
D
wind

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Een biotische factor is...
A
Een levende factor uit het milieu
B
Een niet levende factor uit het milieu

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ecosysteem is:
A
Alle planten en dieren bij elkaar in een bepaald gebied
B
Alle organismen en alle niet-biologische factoren in een bepaalde omgeving

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 6.1 nakijken
bespreken lastige opgaven

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:

- kan je een voedselketen en een voedselweb maken
         - kan je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
Als een organisme wordt opgegeten, komen deze stoffen terecht in een ander organisme.

In een ecosysteem doorloopt elke stof een kringloop.

pak je boek op (basis) blz. 145 of (kader) blz. 189


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paardenbloemen, konijnen en wezels vormen samen een voedselketen.

Een voedselketen is een reeks soorten waarbij elke soort voedsel is voor de volgende soort.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke soort is een schakel in de voedselketen.
De pijl betekent: wordt gegeten door!!!

De eerste schakel in een voedselketen is ALTIJD een plantensoort.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.1 (b) / 6.2 (k) Voedselrelaties
Elke voedselketen begint met een plant.
Planten maken voedsel voor mensen en dieren door fotosynthese.
Daarom noem je planten producenten.

Planten produceren voedsel doordat in de bladgroenkorrels fotosynthese plaatsvindt. Bij fotosynthese maken planten glucose.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Voedselrelaties
Voor fotosynthese heeft de plant 3 dingen nodig: water, licht (energie) en koolstofdioxide.
De plant maakt hierbij glucose en zuurstof.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Wat is fotosynthese?
6.2 Voedselrelaties
Dieren eten (consumeren) de energierijke stoffen die door planten zijn gemaakt. Dieren noem je daarom consumenten.

Dieren vind je in de consumenten van de eerste orde en consumenten van de tweede orde (enz...) van een voedselketen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een voedselketen worden de producenten (de planten) gegeten door consumenten van de eerste orde.
Zij worden op hun beurt gegeten door consumenten van de 2e orde.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6.2 Voedselrelaties
De resten die afvaleters achterlaten, worden verder afgebroken door bacteriën en schimmels.

Een ander woord voor afbreken is reduceren.
Je noemt bacteriën en schimmels daarom reducenten.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN??

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je een voedselketen en een voedselweb maken
- kan je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zelf aan de slag

 Voedselrelaties: lees de tekst en maak de opdrachten:
Eerst lezen: blz. 189 t/m 192
(Huis)werk: opdracht 1 t/m 8 maken 

maken vragen : blz. 193 t/m 197
daarna test jezelf 6.1 en 6.2 online

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Maken zelftest par. 6.1 en 6.2
Af? Je mag iets voor jezelf gaan doen:
samenvatting maken/mindmap par. 6.1 en 6.2 
Aan einde van de les Blooket

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma vandaag
Check of je alle vragen af hebt die je moet maken:
basis: 6.1 en 6.7, kader 6.1 en 6.2
Maak de test jezelf:
basis: 6.1
kader: 6.1 en 6.2

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions