BK 2 toetsvragen 3.5 3.7 3.8

BK 2 toetsvragen 3.5 3.7 3.8
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

BK 2 toetsvragen 3.5 3.7 3.8

Slide 1 - Diapositive

Noteer de afleidingen van de landen of steden tussen haakjes.

a. De (Groningen) … Martinitoren.
b. De (Italië) … olijfolie.
c. De (Frankrijk) … kaas.
d. De (Noorwegen) … fjorden.

Slide 2 - Diapositive

Noteer van elke zin het werkwoordelijk gezegde.

a. Gisteren hebben we onze hond, Fidou, naar de dierenarts gebracht.
b. Hij moest geopereerd worden aan zijn blaas.
c. Na de operatie heeft de dierenarts ons meteen gebeld.
d. Gelukkig had hij het probleem goed kunnen verhelpen.
e. Dus morgenochtend halen we Fidou weer op.

Slide 3 - Diapositive

Geef aan of de zinsdelen juist of onjuist zijn benoemd. Verbeter de fouten: geef het zinsdeel de juiste naam.

a. Op onze school hebben ze een kleine scooterstalling gemaakt.
 hebben gemaakt = pv
b. Er vielen namelijk regelmatig een aantal fietsen tegen de scooters.
vielen = wg
c. Hierdoor beschadigden de fietsen de scooters.
de fietsen = o
d. Daarom moesten honderden leerlingen een stukje van hun stalling opgeven.
honderden leerlingen = lv

Slide 4 - Diapositive

Noteer van elke zin het onderwerp.

a. Onze scholengemeenschap biedt meerdere beroepsrichtingen aan.
b. Verleden week gaf onze nieuwe directeur hier een presentatie over aan alle ouders van leerlingen uit de tweede klas.
c. De aula zat helemaal vol met leerlingen en ouders.
d. Een juiste keuze is belangrijk voor je toekomst.
e. Voor sommige leerlingen telt de keuze van een vriend of vriendin ook mee.

Slide 5 - Diapositive

Noteer van elke zin het lijdend voorwerp. 

a. Bij het vak Geschiedenis hebben we van klei Egyptische piramides gemaakt.
b. De Egyptenaren deden dit in de oudheid op dezelfde manier.
c. Hoe kregen ze die zware stenen toch omhoog zonder hijskranen?
d. Ze gebruikten hier zelfgemaakte hefbomen voor.
e. In de hitte van de brandende zon moet dit heel wat zweetdruppels hebben gekost!

Slide 6 - Diapositive

Maak het onderstreepte zinsdeel een beetje langer. 

Yannick gooide zijn schooltas in zijn fietskrat.

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de zinnen over. Zet zinsdeelstrepen. Onderstreep de pv. Benoem wg, o, en lv.

a. Verleden jaar heeft onze school een belangrijke kookwedstrijd georganiseerd.
b. Een groep briljante leerlingen heeft een enorm lekker gerecht klaargemaakt.
c. De koks van het Betuwe College hadden veel groente, fruit en noten gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Schrijf de verleden tijd van de sterke en zwakke werkwoorden in de onderstaande zinnen. 
a. Het gerecht dat de leerlingen [koken] bestond uit veel groenten.
b. Er [hoeven] bijvoorbeeld helemaal geen vlees in te worden gebruikt.
c. Vroeger [eten] veel minder mensen vegetarisch dan nu.
d. Blijkbaar [snappen] deze leerlingen dat groenten nu eenmaal gezond zijn.

Slide 9 - Diapositive

Noteer het voltooid deelwoord.
a. Het is belangrijk dat je alles hebt [onthouden].
b. Je hebt je nieuw geleerde woordjes veel [herhalen].
c. Een deel van je hersenen heeft deze woordjes dan goed [bewaren].
d. Hij heeft dat altijd [begrijpen].
e. Vandaag heeft een medeleerling dit stuk tekst [voorlezen].
f. Gisteren was zijn tosti [aanbranden].

Slide 10 - Diapositive