Intro: wat is geschiedenis?

Leerdoelen:

1. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire bronnen.

2. Ik kan aangeven om wat soort bron het gaat: primair of secundair, geschreven of ongeschreven.


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen:

1. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire bronnen.

2. Ik kan aangeven om wat soort bron het gaat: primair of secundair, geschreven of ongeschreven.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Er zijn verschillende soorten bronnen

Ongeschreven: 
- mondelinge: verhaal of intervieuw
 - visueel: zoals afbeeldingen, bouwwerken, landschap en objecten
audiovisuel: audio en beeld

Geschreven: schriftelijke (teksten in boeken, archiefdocumenten of op internet, ook met cijfers)


Slide 3 - Diapositive

Wat voor soort primaire bronnen komen uit de prehistorie?

Slide 4 - Question ouverte

De Prehistorie

Prehistorie: vóór de uitvinding van het schrift.

Alleen ongeschreven bronnen.

Slide 5 - Diapositive

Bron


Dagboek van Vasco da Gama uit de 15e eeuw.

Slide 6 - Diapositive

Om wat voor bron gaat het hier?
A
Primair, geschreven
B
Primair, ongeschreven
C
Secundair, geschreven
D
Secundair, ongeschreven

Slide 7 - Quiz

Bron
Griekse vaas uit  500 v. Chr.

Slide 8 - Diapositive

Om wat voor bron gaat het hier?
A
Primair, geschreven
B
Primair, ongeschreven
C
Secundair, geschreven
D
Secundair, ongeschreven

Slide 9 - Quiz

Bron
Schilderij uit de 17e eeuw

Slide 10 - Diapositive

Om wat voor bron gaat het hier?
A
Primair, geschreven
B
Primair, ongeschreven
C
Secundair, geschreven
D
Secundair, ongeschreven

Slide 11 - Quiz

Hoe weet je wanneer je een bron kunt gebruiken?
Als je de bronnen hebt gevonden, wat doe je dan?
  • je bekijkt of leest de bronnen
  • je vraagt je af: 'helpt deze bron mij bij het beantwoorden van mijn vraag voor mijn onderzoek?' BRUIKBAARHEID
  • Bij NEE: weg met die bron!
    Bij JA: vraag je dan af: 'welke informatie uit de bron is nuttig?'
    En: 'kan ik deze bron ook vertrouwen?' 
betrouwbaarheid van bronnen
Kun je de bron geloven? Let op 3 dingen: wanneer is de bron gemaakt, hoe is de maker aan zijn informatie gekomen & wat is de bedoeling van de maker?

Slide 12 - Diapositive