Les 5 - spelling - TV - leestekens : en "

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Jas aan de kapstok.

Geen telefoons, geen kauwgom.

Op tafel:

leesboek en laptop (dicht)

socialiseren

Vandaag:

Stil lezen

praten over je boek

lesdoel

korte instructie

zelfstandig werken

evaluatie

Lesdoel

Aan het eind van de les kan ik aanhalingstekens en dubbele punten op de juiste manier gebruiken.  

Instructie

Naast punten, komma’s, vraagtekens en uitroeptekens zijn er nog meer leestekens. Alle leestekens helpen je om een tekst beter te kunnen lezen.

Dubbele punt:

Een dubbele punt gebruik je op twee manieren.

• als je iets aankondigt of opsomt
  

Ik kreeg een aantal cadeautjes: scheenbeschermers, kousen en een trainingsjack.

• als je iemand citeert
  

Jasper zei: ‘Overmorgen ben ik jarig.'

aanhalingstekens en citaat

Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitsprak, gebruik je ook een dubbele punt. Dat heet een citaat. 

• Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt. 
• Je zet de woorden die gezegd zijn tussen aanhalingstekens. 
• Het citaat begint altijd met een hoofdletter.

aanhalingstekens en citaat

Danique vroeg: ‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’

Let op: als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.

‘Overmorgen ben ik jarig’, zei Jasper.

‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’, vroeg Danique.

Inloggen LessonUp

Achter welk woord zet je een dubbele punt?

• Op de volgende dagen zijn we geopend dinsdag, woensdag en vrijdag.

Achter welk woord zet je een dubbele punt?

• De politieagente zei ‘Wil je even stoppen?

Bevat de volgende zin een citaat?

•  De kassière zei: ‘Heb je ook flessen ingeleverd?’

Bevat de volgende zin een citaat?

•  Mariëlle vroeg aan Hester of ze de ramen dicht wilde doen.

Bevat de volgende zin een citaat?

•   ‘Kom je morgen ook even langs?’, riep Sven.

Bevat de volgende zin een citaat?

•   Mijn oma vertelde dat ze met de fiets was gevallen.

Zet de leestekens op de juiste plek:

Job fluisterde de juf is gek geworden

Zet de leestekens op de juiste plek:

We hebben altijd veel geluk gehad vertelde opa

Zet de leestekens op de juiste plek:

onze coach zei altijd denk niet aan jezelf maar aan het team.

Meneer vertelde dat we volgende week twee toetsen hebben

1. Dit is wel een citaat
2. Dit is geen citaat

Oma zei: 'Wil je nog een koekje?'

1. Dit is wel een citaat
2. Dit is geen citaat

'Ik wil vliegen!': zei het kleine vogeltje.

1. Dit citaat is goed opgeschreven
2. Dit citaat is niet goed opgeschreven

De leerling vroeg 'Waarom heb ik een onvoldoende?'

1. Dit citaat is goed opgeschreven
2. Dit citaat is niet goed opgeschreven

Marie gilde: 'Pas op, ik ga vallen'

1. Dit citaat is goed opgeschreven
2. Dit citaat is niet goed opgeschreven

'We hebben vandaag geen les meer', zei Sandra.

1. Dit citaat is goed opgeschreven
2. Dit citaat is niet goed opgeschreven

Jullie maken van cursus 7 paragraaf 4 Leestekens; dubbele punt en aanhalingstekens

Dit was het voor vandaag. 

Tot ziens maar weer!