H1 Lezen - Vaste Tekststructuren

Vaste tekststructuren
Hoofdstuk 1  en 2 - Lezen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vaste tekststructuren
Hoofdstuk 1  en 2 - Lezen

Slide 1 - Diapositive

Doelen
- Je kunt in eigen woorden formuleren wat vaste tekststructuren zijn..
- Je kunt de meest voorkomende vaste tekststructuren herkennen in een tekst..
- Je kunt een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot..

Dezen doelen helpen jou om de opbouw van een tekst beter te begrijpen

Taaldoel: je kunt jouw antwoorden formuleren in lopende hele zinnen. 

Slide 2 - Diapositive

7 vaste tekststructuren
1. aspectenstructuur
2. verleden/heden/toekomststructuur
3. voor-en nadelenstructuur
4. vraag-antwoordstructuur
5. argumentatiestructuur
6. probleem/oplossingstructuur
7. verklaringsstructuur

Slide 3 - Diapositive

H 1: Vaste tekststructuren
  • aspectenstructuur: Tekst met onderwerp & diverse verschillende aspecten
  • verleden/heden/toekomst structuur: Tekst met onderwerp & vroeger, nu, toekomst
  • voor- en nadelenstructuur: Tekst met onderwerp & voor- en nadelen
  • vraag/antwoordstructuur: Tekst met vraag & antwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

 Probleem/oplossingstructuur
  1. Je start met een probleem
  2. Je geeft oorzaken, gevolgen en oplossingen

  3. Je eindigt met de beste oplossing

Slide 7 - Diapositive

 Verklaringsstructuur
  1. In je inleiding presenteer je een bepaald verschijnsel
  2. Je geeft kenmerken / voorbeelden 
  3. Je presenteert verklaringen en oorzaken

  4. Je eindigt met een samenvatting

Slide 8 - Diapositive

verleden-heden-toekomststructuur

  • inleiding: onderwerp
  • middenstuk: situatie vroeger en nu
  • slot: conclusie of voorspelling van de situatie in de toekomst 

Slide 9 - Diapositive

 Argumentatiestructuur
  1. Je start met een stelling, mening of standpunt
  2. Je geeft argumenten voor de stelling en je geeft ook tegenargumenten (die je gelijk onderuit haalt)
  3. Je concludeert dat jouw stelling of standpunt op zijn plaats is

Slide 10 - Diapositive

Aspectenstructuur
  • Inleiding: onderwerp
  • Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
  • Slot: samenvatting 

Aspectenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke invloed heeft energydrank op jongeren?" 

Slide 11 - Diapositive

Vraag- antwoordstructuur
  • Inleiding: vraag
  • Kern: antwoord(en)
  • Slot: samenvatting of conclusie

Slide 12 - Diapositive

voor- en nadelen structuur

Slide 13 - Diapositive