Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica 1 les 3: Bijvoeglijk naamwoord
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute VT
Leerroute H
Leerroute V
Leerroute 7
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Diapositive
Woordsoorten
Doel:
Je kunt bijvoeglijke naamwoorden herkennen in een zin
Slide 3 - Diapositive
Weet je het nog?
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
->
mooi
e
het bijvoeglijk naamwoord zonder
-e
gebruik je als het achter het zelfstandig naamwoord staat -> Dat is huis is
prachtig
.
het bijvoeglijk naamwoord zonder -e gebruik je bij de 'een-vorm' van een 'het-woord'
-> een
mooi
meisje
-> een
heerlijk
gerecht
Slide 4 - Diapositive
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden eindigen vaak met
-en
->
ijzer
en
->
goud
en
Maar let op met moderne & buitenlandse stoffen!
Zij krijgen
geen
extra -e of -en
->
plastic
stoel
->
carbon
frame
->
corduroy
broek
Slide 5 - Diapositive
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Soms worden bijvoeglijk naamwoorden gemaakt van deelwoorden (voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord)
De
gemaakte
opdrachten
De
lachende
kinderen
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Soms moet je een -e achter het woord zetten
-> gemaakt -> de gemaakt
e
fout
-> lachend -> de lachend
e
danseres
Spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk.
-> vermoord -> de vermoord
e
man
Soms moet je -tt of -dd schrijven, vanwege de uitspraak
-> bezet -> de bezet
te
gebieden
Van voltooide deelwoorden op -en blijft de spelling gelijk: de -n blijft staan.
-> geschrokken -> de geschrokken jongen
Slide 8 - Diapositive
Samen oefenen
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (aanharken) tuin lag er prima bij.
De (lachen) meisjes liepen naar de bushalte
Het (mikken) schot van Lieke Martens was fantastisch.
Maar die (winnen) penalty van Ronaldo was minder.
De (winnen) trofee staat op haar nachtkastje.
De (kwispelen) honden zagen er schattig uit.
Slide 9 - Diapositive
Samen oefenen
Antwoorden
De
aangeharkt
e
tuin lag er prima bij.
De
lachend
e
meisjes liepen naar de bushalte.
Het
gemikt
e
schot van Lieke Martens was fantastisch.
Maar die
winnend
e
penalty van Ronaldo was minder.
De
gewonnen
trofee staat op haar nachtkastje.
De
kwispelend
e
honden zagen er schattig uit.
Slide 10 - Diapositive
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Maikel en Job hebben (groot) problemen.
A
grote
B
groten
C
groote
D
groot
Slide 11 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Hij knalde op de (beton) paaltjes.
A
betonne
B
betonnen
C
betonen
D
betone
Slide 12 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (verzinnen) verhaal was echt eng.
A
verzinnende
B
verzonnen
C
verzinnend
D
verzonen
Slide 13 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat (raar) kind heeft mijn stuntstep gestolen.
A
rare
B
raare
C
raren
D
raaren
Slide 14 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Dat is een (prachtig) uitvoering.
A
prachtig
B
prachtigen
C
prachtige
D
prachtigst
Slide 15 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De meester kon wel lachen om de (zingen) leerlingen.
A
gezongen
B
zingende
C
zingenden
D
zongende
Slide 16 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (bizar) vertoning!
A
bizarre
B
bizar
C
bizare
D
bizarren
Slide 17 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De prinses droeg een (satijn) jurk.
A
satijne
B
satijnen
C
satijnnen
D
satijnne
Slide 18 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Wat een (gezellig) familie is dat!
A
gezellig
B
gezellige
C
gezelligen
D
gezelliger
Slide 19 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
De (vermoorden) man vermoordde zelf ook vijf mensen.
A
vermoordde
B
vermoorde
C
vermoorden
D
vermoordden
Slide 20 - Quiz
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Het was een (druk) bedoening in de Efteling.
A
drukken
B
druke
C
drukke
D
druken
Slide 21 - Quiz
Wat moet je maken?
PLOT26
Grammatica 1
- Les 3: bijvoeglijke naamwoorden
Succes!
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling Kern H13
Juin 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling leerjaar 1 MHV: deel II bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
HA - week 48- les 4 - grammatica woordsoorten
Décembre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling H5 bijvoeglijk naamwoord
Juin 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling bijvoeglijk naamwoord
Avril 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
Décembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
1VE: Les 1.4 - bijvoeglijk naamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1