woorden schat par 2

geef een voor beeld van het jubileum


A
zoveel jaar getrouwd
B
bestaan van een bedrijf
C
een levensjaar
D
een feest dat aan geeft dat het al lang zo is of bestaat
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

geef een voor beeld van het jubileum


A
zoveel jaar getrouwd
B
bestaan van een bedrijf
C
een levensjaar
D
een feest dat aan geeft dat het al lang zo is of bestaat

Slide 1 - Quiz

actueel
A
speciaal gebied
B
een gebouw
C
een openbaar gebouw
D
speciaal gebiedt

Slide 2 - Quiz


woordenschat paragraaf 2 journaal

Slide 3 - Diapositive

journaal
A
nieuwsuitzending
B
sbs6
C
tv progamma
D
rtl4

Slide 4 - Quiz

reportage
A
verslag
B
versalg
C
vreslag
D
vorslag

Slide 5 - Quiz

live
A
nu
B
dit moment
C
straks
D
gisteren

Slide 6 - Quiz

portret
A
een beeld van hoe iemand is
B
een beeld van hoe iemand is
C
een beeld van hoe iemand is
D
een beeld van hoe iemand is

Slide 7 - Quiz

het onderwerp
A
waar over het gaat.
B
war het over gaat
C
waat het over gaat
D
weet het ovr gaat

Slide 8 - Quiz

de presentator
A
iemand die dit persenteerd.
B
iemand die iets presenterd
C
iemand die iets presenteerd
D
iemand die iets presenteerd.

Slide 9 - Quiz

noem een voorbeeld van heftig

Slide 10 - Question ouverte

noem een voorbeeld van de redactie
A
de krant
B
het tijdschrift
C
een progamma
D
een tv uitzending

Slide 11 - Quiz

ingrijpend
A
wat veel invloed heeft
B
wat weinig invloed heeft
C
wat een beetje invloed heeft
D
wat geen invloed heeft

Slide 12 - Quiz

mijden
A
heen lopen
B
weg lopen
C
er mee gaan praten
D
der bij gaan staan

Slide 13 - Quiz

de eindredacteur
A
waar het het laats heen.
B
waar het het eerst heen gaat
C
waar het in het midden heen gaat
D
waar het het laats heen

Slide 14 - Quiz

zich richten op
A
die gene in elkaar slaan
B
daar op richten
C
bedoeld zijn voor
D
niet bedoeld voor

Slide 15 - Quiz

het kanaal
A
weg
B
water
C
een middel om iets weg tebrengen
D
een lange water

Slide 16 - Quiz

een kijk je achter de schermen
A
kijken hoe het te werk gaat
B
hoe het word gemaakt
C
hoe het word vervoerd
D
mogelijkheid om te kijken hoe het werkt

Slide 17 - Quiz

de prime time
A
zendtijd
B
znedtijd
C
zendtijd.
D
zedntij

Slide 18 - Quiz

de deskundige
A
iemand die nergens verstand van heeft
B
iemand die nul vertstand heeft
C
iemand die er verstand van heeft
D
iemand die gewoon dom is

Slide 19 - Quiz

de verslaggever
A
iemad die voor de donald duck werkt
B
iemand die voor de karnt werkt
C
iemand die voor een tijdschrift werkt
D
iemand die op de redactie werkt

Slide 20 - Quiz

regionaal
A
van of voor een stad
B
van of voor een dorp
C
van of voor een ruimte
D
van of voor een gebied

Slide 21 - Quiz

prime time
A
dat er veel mensen kijken
B
dat er geen mensen kijken
C
geen mensen kijken
D
er kijken heel veel mensen.

Slide 22 - Quiz

willen jullie ook deel 2
ja
nee
leuk
nooit meer

Slide 23 - Sondage