Examentraining CE1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Examentraining voor CE 1

Onderwerpen die aan bod komen:

- celkenmerken
- bloedsomloop + bloedvaten
- bloem
- nieren

Hoe kunnen we het best de examenstof herhalen?

Celkenmerken

Cel onderdelen

Celkern

Celmembraan

Celwand

Vacuole

Bladgroenkorrels

Cytoplasma

Welk celonderdeel vindt je alleen bij plantencellen?

1. Celkern
2. Celmembraan
3. Cytoplasma
4. bladgroenkorrels

Je ziet hier een huidmondjes
Zijn P en Q hetzelfde weefsel?

1. Ja ze liggen tegen elkaar aan
2. Ja ze hebben dezelfde vorm
3. Nee ze hebben een andere bouw en functie

Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?

1. In de vacuole
2. In de celkern
3. In het cytoplasma
4. Tegen de celwand aan

In welk deel vindt fotosynthese
plaats?

1. vacuole
2. celwand
3. celkern
4. bladgroenkorrels

Bloedsomloop + bloedvaten

Dubbele bloedsomloop

Het bloed gaat tweemaal door het hart in twee verschillende bloedsomlopen.

De kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.

3 typen bloedvaten

Slagader

Haarvat

Ader

Bloedvaten benoemen

Uitzonderingen
- Aorta
- Holle aders
- Poortader 

Sleep de onderdelen naar het hart!

Rechter-

boezem

Rechter-kamer

Linker-

boezem

Linker-kamer

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?

1.

2

3.

4.

5.

Rechterkamer

Longslagader

Longen

Longader

Linkerboezem

Ader

Slagader

Haarvat

Slagader

Ader

Naar het hart toe

Van het hart af

Dikke gespierde wand

Dunne slappe wand

Kleppen over de gehele lengte

Kleppen alleen bij het hart

Bloed stroomt snel

Bloed stroomt langzaam

Hoe heet bloedvat P?

1. Linkerlongader
2. Linkerlongslagader
3. Rechterlongader
4. Rechterlongslagader

Hoe heet bloedvat Q?

1. Leverader
2. Leverslagader
3. Poortader

Bloemen

onderdelen bloem

Bestuiving

Bestuiving

Wanneer stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper terechtkomt,

heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Bestuiving

Bevruchting

Na bevruchting:

Eicel --> kiem

Zaadbeginsel --> zaad

Vruchtbeginsel --> vrucht

Verspreiding van zaden

door plant zelf         door wind        door dieren

Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.

Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?

1. Houtvaten
2. Bastvaten

Waar ontstaan stuifmeelkorrels?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Uit welk onderdeel zou een
vrucht kunnen ontstaan?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Op de afbeelding zie je een stamper.
Hoe heet deel P?

1. Helmknop
2. Stijl
3. Stempel
4. Vruchtbeginsel

Nieren

nier

nierschors

niermerg

nierbekken

Nierschors

Nierschors: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen. Dit noem je urine.

Niermerg

Niermerg: Zorgt voor het afscheiden van water en afvalstoffen, dit noem je urine.

Nierbekken

verzamelt de urine. 

Nierslagader en nierader

Nierslagader: Brengt het bloed naar de nieren. 

Nierader: brengt het bloed van de nieren richting het hart. 

Welke letter geeft het nierbekken aan?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Zelf oefenen!

Je maakt examen 2015 (kader) en 2021 (basis)

klaar?              nakijkmodel