bs 3.4 het uitscheidingsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

het uitscheidingsstelsel

bs 3.4

 leerdoelen

Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Wat heeft uitscheiding met het thema bloed en bloedsomloop te maken?

uitscheidingsorganen

Nieren

Nieren

De nieren

• De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen/zouten en overtollig water
• Dit samen heet urine

Nierbekkens

In de nierbekkens wordt urine verzameld. Via de urinleleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas 

In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. 

Doorbloeding nieren

hart -> 

aorta -> 

nierslagader ->   

haarvaten   ->  

nierader -> 

onderste holle ader -> 

hart

Welke bloedvat brengt bloed naar de nier?

1. Nierslagader
2. Nierader
3. Poortader
4. Holle ader

Welk bloedvat bevat meer afvalstoffen?

1. nierslagader
2. nierader

In welk gedeelte van de nier wordt de urine verzamelt?

1. niermerg
2. nierschors
3. nierbekken
4. nierader

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...

1. Nieren - Blaas - Urineleider
2. Nieren - Urineleider - Blaas
3. Urineleider - Nieren - Blaas
4. Urineleider - Blaas - Nieren

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 

Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.

nierbekken

nierschors

niermerg

urineleider

nierslagader

nierader

1

2

3

4

Blaas

nieren

Urinebuis

Urineleider

opdrachten

maak de opdrachten van bs 3.4 + test jezelf