H3 rekenen les 3 (grote getallen en indexcijfers)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, t, mavo
• Leerjaar 3

H3 rekenen les 3 (grote getallen en indexcijfers)

Basisformules

Van procenten naar aantal

Van aantal naar procenten

Een stijging of een daling in procenten 

Elke maand heb je €180 aan inkomsten.
22% van jouw inkomsten zet je elke maand op jouw spaarrekening.
Bereken wel bedrag jij elke maand op jouw spaarrekening zet.

Op je spaarrekening staat €1.100.
Je koopt een smartwatch van €297.
Bereken hoeveel procent van je spaargeld je opmaakt. Rond af op 1 decimaal.

Op jouw spaarrekening stond €5.000.
Je hebt het afgelopen jaar veel gewerkt en voor je verjaardag heb je geld gevraagd. Al dit geld heb je op jouw spaarrekening gezet. Nu staat er €6.500 op jouw spaarrekening. Met hoeveel procent is het bedrag op jouw spaarrekening gestegen?

Herhaling leerdoelen  

Ik kan enkelvoudige interest berekenen voor 2 jaar

Ik kan samengestelde interest berekenen voor 2 jaar

Ik kan de kredietkosten van een lening berekenen 

Enkelvoudige interest

• Je ontvangt rente over jouw spaargeld.
• Deze rente wordt niet op jouw spaarrekening gezet, maar apart uitgekeerd.
• Je hoeft de rente maar 1 keer uit te rekenen. Vervolgens kun je het rentebedrag vermenigvuldigen met het aantal jaren.

Enkelvoudige interest

• Je ontvangt rente over jouw spaargeld.
• Deze rente wordt op jouw spaarrekening gezet. 
• Je krijgt dus rente over jouw spaargeld, maar ook over de ontvangen rente (rente op rente). 

€5.000

2% enkelvoudige interest

Hoeveel rente na 2 jaar?

€5.000 :  100 x 2 = 100

100 x 2 = €200

€5.000

2% samengestelde interest

Hoeveel rente na 3 jaar?

1. €5.000 :  100 x 2 = 100

2. €5.000 + € 100 = €5.100

    €5.100 : 100 x 2 = €102

    

Rente na 2 jaar = 100 + 102 = 202

Je hebt € 1.000 op je spaarrekening tegen 3% enkelvoudige interest per jaar. De looptijd is 2 jaar. Hoeveel rente heb je ontvangen na 2 jaar?

Je hebt € 1.000 op je spaarrekening tegen 3% samengestelde interest per jaar. De looptijd is 2 jaar. Hoeveel rente heb je ontvangen na 2 jaar?

Kredietkosten berekenen

• Krediet is een ander woord voor lening
• Kredietkosten is een ander woord voor de rente die je moet betalen over de lening
• Elke maand betaal je een maandtermijn voor de lening. Deze maandtermijn bestaat uit rente en uit aflossing.

Formule kredietkosten

(maandbedrag x termijnen) - lening = kredietkosten 

Ik ga 5.000 lenen
en ik betaal dit in 24 maanden terug.
Bereken de kredietkosten.

Nieuwe leerdoelen  

Ik kan rekenen met grote getallen. 

Ik kan rekenen met indexcijfers. 

Grote getallen

Grote getallen kun je in woorden schrijven of met cijfers:

Grote getallen

Wat achter de komma staat, neemt al een nul in beslag 

4,5 miljoen  = 4.500.000

2,35 duizend = 2.350

Grote getallen - wetenschappelijke notatie 

7,5 x10⁵

8,2 x10⁻⁶

Schrijf 32 miljard in cijfers

Reken uit:
27,3 miljard + 174 miljoen

Reken uit:
20.000 x 45 miljoen

Indexcijfers

Berekeningen indexcijfers:

• (getal van nieuw jaar : getal van het basisjaar) × 100 = indexcijfer
   
• tabel

€	€2,75		€2,51
indexcijfer	100		????

Wat is het
indexcijfer
voor 2009?

Jaar	2007	2008	2009
€	18,6	19,8	19,4
indexcijfer	100	106	??

Indexcijfers

Berekeningen indexcijfers:

• getal basisjaar : indexcijfer basisjaar x indexcijfer ontbrekend jaar  
• tabel

€	€2,75		€???
indexcijfer	100		102

2010

2011

2012

100

103

104