TL 4 H10.2 zwanger en bevallen

10.2 Zwanger en bevallen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

10.2 Zwanger en bevallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?

A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit bestaat sperma?
A
Zaadvocht(uit zaadblaasje en prostaat) en zaadcellen
B
Alleen zaadcellen
C
Prostaatvocht (uit de prostaat)
D
Alleen zaadvocht (uit zaadblaasje en prostaat)

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Bijballen
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Prostaat

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vrijkomen van een eicel uit de eierstok noemen we
A
Ovulatie
B
Orgasme
C
Innesteling
D
Bevruchting

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Komt sperma bij de geslachtsgemeenschap eerst in de baarmoeder?

A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

eerst in de vagina
Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatiecyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Prostaat

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geeft de prostaat aan?
A
1
B
10
C
6
D
7

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de puberteit ontstaan secundaire geslachtsorganen ....
A
door hormonen
B
door ouder worden
C
door medicijnen
D
door groeien

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10.2 Zwangerschap en bevalling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10.2 Leerdoelen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(Herhaling)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zwanger?

Innesteling is zwanger

van bevruchting tot innesteling zit ongeveer 6 dagen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De baby moet er uit
Als de baby zich helemaal ontwikkeld heeft, is de baby klaar om geboren te worden. 
De eerste verschijnselen van de bevalling zijn weeën.
Dan trekken de spieren in de buik zich hard samen.
De baarmoeder gaat dan langzaam open (de ontsluiting)
Het vruchtwater komt dan ook naar buiten.
Een bevalling duurt gemiddeld 12 uur.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe de baby in de baarmoeder groeit

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ligging van de baby
De manier waarop de baby in de buik ligt, is heel belangrijk.
Als de baby namelijk verkeerd ligt, kan het zijn dat die niet geboren kan worden via de vagina.
Dan moet de baby uit de buik worden gehaald met
een keizersnede.
Dit kan ook nodig zijn om andere redenen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het plaatje aan de rechterkant is een dwarsligging

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de bevalling
Als de baby uit de buik is, moet die voor het eerst zelf zijn longen gaan gebruiken.
Daarom is het belangrijk dat een baby huilt bij de geboorte.
Dan weten de ouders dat de baby okay is.
Vaak worden dan ook wat slijm restjes uit de mond gehaald.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de bevalling
De navelstreng wordt  doorgeknipt.
Het restje wat nog aan de buik vast zit, droogt op en valt er vanzelf af.
Hier houdt de baby een litteken aan over.


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De placenta eruit
Als laatste moet de placenta uit de buik van de moeder
komen.
Die is namelijk niet meer nodig. Dit heet de nageboorte.


Let op: De placenta is wat anders dan de baarmoeder.


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veilig bevallen
Zwanger zijn, bevallen en op een pasgeboren baby passen
is niet makkelijk.
Er zijn veel dingen die fout kunnen gaan, en die
schadelijk zijn voor de baby en/of de moeder.

Het is belangrijk om mensen die er mee te maken hebben goed te begeleiden en te helpen.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

10.2 (Huis)werk
M. 10.2 opdr. 1 t/m 3, 5 t/m 7, 8,9,11,12,13,14,15,16,18,19 t/m 22 
M. Samenvatten blz. 53 opdr. 6 t/m 9

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions