Spreekwoorden

Spreekwoorden &
gezegdes
T
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden &
gezegdes
T

Slide 1 - Diapositive

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent dat je te laat bent voor het eten en dat alles op is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De appel valt niet ver van de boom. 
Het spreekwoord geeft aan dat kinderen qua gedrag en karaktertrekken veel van hun ouders hebben. Stel dat een van de ouders van een persoon een strafblad heeft. Wanneer dat kind een bank overvalt, zullen mensen zeggen: "De appel valt niet ver van de boom". Ze bedoelen dus dat het te verwachten was dat het kind ook op het criminele pad terecht zou komen, omdat kinderen qua gedrag en karakter altijd op hun ouders zullen lijken. Natuurlijk kan dit ook op een positieve manier gezegd worden. Wanneer een kind, net als zijn ouders, heel intelligent blijkt, is het spreekwoord bijvoorbeeld ook van toepassing.

Slide 4 - Diapositive

Op een ___ bijten.
A
stokje
B
planke
C
steentje
D
houtje

Slide 5 - Quiz

Geen ___ meer kunnen zeggen.
A
poffertje
B
pap
C
brood
D
yoghurt

Slide 6 - Quiz

Het ____ woord hebben.
A
mooiste
B
hardste
C
laagste
D
hoogste

Slide 7 - Quiz

Kies er een eentje uit en leg uit wat het betekent.









*Na veel vijven en zessen betekent dat je veel bezwaren hebt

Slide 8 - Diapositive

Posteropdrachtje
Zoek in tweetallen zoveel mogelijk 
spreekwoorden en gezegdes.
timer
7:00

Slide 9 - Diapositive

Zoek minimaal 3 spreekwoorden of gezegden.

Slide 10 - Diapositive

Welke hebben jullie gevonden?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Welke spreekwoorden heb je gevonden?
schrijf je op een blaadje of op jouw tablet (goed bewaren).


timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Welke hebben jullie gevonden?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Formatieve opdracht
Op de volgende slide staan 10 zinnen. Zoek in elke alinea een spreekwoord of gezegde. De eerste voorgedaan. Je mag samenwerken. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien