Spreekwoorden

Spreekwoorden &
gezegdes
T
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden &
gezegdes
T

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel


  • Je leert dat er verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen zijn in de Nederlandse taal.
  • Je leert de betekenis  van de verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen.
  • Je leert het verschil tussen letterlijk en figuurlijk


Slide 2 - Diapositive

Naast zijn ______ lopen.
A
schoenen
B
vriendin
C
fiets
D
geweten

Slide 3 - Quiz

Oost West, thuis ___
A
rust
B
komen
C
best
D
West

Slide 4 - Quiz

Op een ___ bijten.
A
stokje
B
planke
C
steentje
D
houtje

Slide 5 - Quiz

Water naar de ___ dragen.
A
haven
B
zee
C
mensen
D
zandbak

Slide 6 - Quiz

Geen ___ meer kunnen zeggen.
A
poffertje
B
pap
C
brood
D
yoghurt

Slide 7 - Quiz

Het ____ woord hebben.
A
mooiste
B
hardste
C
laagste
D
hoogste

Slide 8 - Quiz

Als ___ broodjes over
de toonbank gaan.
A
dure
B
zoete
C
oude
D
lekkere

Slide 9 - Quiz

De baard in de ___ hebben.
A
keel
B
kneep
C
krullers
D
hals

Slide 10 - Quiz

___ bij de vis.
A
water
B
boter
C
verhaal
D
vlees

Slide 11 - Quiz

Boter bij de vis
Boter bij de vis is een gezegde en betekent dat iemand bij de levering van een product, direct moet betalen. Men moet dus direct betalen of doorpakken en niet wachten. Het gezegde komt oorspronkelijk uit de keuken. Om een vis klaar te maken, moet er boter bijgevoegd worden.

Slide 12 - Diapositive

Het oog is groter dan de ___
A
bril
B
neus
C
maag
D
waarheid

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

De appel valt niet ver van de boom. 
Het spreekwoord geeft aan dat kinderen qua gedrag en karaktertrekken veel van hun ouders hebben. Stel dat een van de ouders van een persoon een strafblad heeft. Wanneer dat kind een bank overvalt, zullen mensen zeggen: "De appel valt niet ver van de boom". Ze bedoelen dus dat het te verwachten was dat het kind ook op het criminele pad terecht zou komen, omdat kinderen qua gedrag en karakter altijd op hun ouders zullen lijken. Natuurlijk kan dit ook op een positieve manier gezegd worden. Wanneer een kind, net als zijn ouders, heel intelligent blijkt, is het spreekwoord bijvoorbeeld ook van toepassing.

Slide 17 - Diapositive

De bloemetjes buiten zetten.

Slide 18 - Diapositive

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent, je bent te laat voor het eten en alles is op

Slide 19 - Diapositive

Zoek minimaal 3 spreekwoorden of gezegden.

Slide 20 - Diapositive

Kies er een eentje uit en leg uit wat het betekent.









*Na veel vijven en zessen betekent dat je veel bezwaren hebt

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Diapositive

Welke spreekwoorden heb je gevonden?
schrijf je op een blaadje of op jouw tablet (goed bewaren).


timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Welke spreekwoorden heb je gevonden?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien