P3_3_argumentatieve vaardigheden(1)

Argumentatieve vaardigheden (1)

havo 5
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Argumentatieve vaardigheden (1)

havo 5

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Weet je wat de belangrijkste begrippen van argumentatie inhouden
- Kun je onderscheid maken tussen standpunt en argument
- Weet je weer welke argumentatiestructuren er zijn
- Kun je een blokjesschema tekenen bij een argumentatie

Slide 2 - Diapositive

Herhaling theorie argumentatie
Wat weet je nog?

Slide 3 - Diapositive

Welke begrippen ken je nog van argumenteren?

Slide 4 - Carte mentale

Standpunten

Slide 5 - Diapositive

Welke van de volgende signaalwoorden wordt niet gebruikt om een standpunt in te leiden:
A
dus
B
vervolgens
C
ik vind
D
kortom

Slide 6 - Quiz

Niet de prostituee, maar de klant moet aangepakt worden. Je zult zien dat het aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie lager zal worden, net zoals dat in Zweden het geval was nadat daar de bezoekers van prostituees strafbaar werden.
In het kader van de strijd tegen de vrouwenhandel zou de overheid het bezoek aan een prostituee strafbaar moeten stellen.
argument(en)
standpunt

Slide 7 - Question de remorquage

Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet.
Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. 
Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, 
is de wet volgens mij toe aan revisie. 
standpunt

Slide 8 - Question de remorquage

Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Slide 9 - Diapositive

Soorten argumenten

Feitelijk argument: als iemand zijn standpunt ondersteunt met een feitelijke uitspraak. 
Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt),
want Parijs is een grote dichtbevolkte stad (argument).

Slide 10 - Diapositive

Soorten argumenten

Waarderend argument: over een waarderend argument kun je van mening verschillen, over een feitelijk argument niet. Een waarderend argument moet daarom vaak ondersteund worden. 
Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt),
want Parijs heeft de mooiste musea van de wereld (argument).

Slide 11 - Diapositive

Je kunt er beter niet aan deelnemen
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 12 - Question de remorquage

Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 13 - Question de remorquage

Argumentatieschema's

Slide 14 - Diapositive

Argumentatie
Argumentatie: het geheel van argumenten en standpunt.
Argumentatieschema: de aard van het verband tussen argument(en) en standpunt (oorzaak-gevolg/kenmerk-eigenschap/voordelen-nadelen/voorbeelden/vergelijking/autoriteit)

Slide 15 - Diapositive

Argumentatieschema's
- oorzaak en gevolg
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
- voorbeelden
- vergelijking
- autoriteit

Slide 16 - Diapositive

Het Nederlands verloedert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 17 - Quiz

Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de strijd tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal gisteren in Nieuwsuur niet gehoord?
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld

Slide 18 - Quiz

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Heb is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld

Slide 19 - Quiz

Het nieuwe seizoen van Mocro Maffia is een serie die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 20 - Quiz

Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt, zal je profielwerkstuk niet geaccepteerd worden.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 21 - Quiz

Als je meer gaat trainen, zullen je hockeyprestaties wel verbeteren, maar je zult op school wel problemen gaan krijgen om alles bij te houden. Als je het niet erg vindt om een jaartje langer over je school te doen, zou ik die trainingen erbij gaan doen.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 22 - Quiz

Blokjesschema's

Slide 23 - Diapositive

3 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 24 - Diapositive

Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 25 - Question de remorquage

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 26 - Question de remorquage

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Argument 3
We kunnen gevangenisstraffen beter afschaffen. 
Veel levens worden er voorgoed door verpest.
De meeste veroordeelden komen crimineler uit de gevangenis dan ze erin gingen. 
Ze staan in de gevangenis bijna alleen in contact met andere criminelen. 

Slide 27 - Question de remorquage

To do
Stencil argumenteren

Slide 28 - Diapositive

Drogredenen

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo

Noteer de drogreden
  1. Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
  2. Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
  3. Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
  4. Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 32 - Diapositive

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 33 - Question ouverte

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 34 - Question ouverte

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 35 - Question ouverte

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 36 - Question ouverte

To do...
Stencil argumenteren maken

Slide 37 - Diapositive