4.2 Tussen de wereldoorlogen

H4 De wereldoorlogen
4.2 Tussen de wereldoorlogen
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4 De wereldoorlogen
4.2 Tussen de wereldoorlogen

Slide 1 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
  • Ik kan kenmerken opsommen van een totalitaire dictatuur.
  • Ik kan gebeurtenissen van de Russische Revolutie in de juiste tijdsvolgorde plaatsen.

Slide 2 - Diapositive

In Nederland beland je in de gevangenis als je kritiek hebt op de regering.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

In Nederland worden de leden van de Tweede Kamer gekozen door het volk.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In Nederland hangt in elk lokaal een foto van onze minister-president.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

In Nederland mogen kranten publiceren wat ze willen. Dat kan ook een negatief artikel zijn over de regering.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

In Nederland heb je recht op een eerlijk proces. Je mag jezelf verdedigen en laten bijstaan door een advocaat. De rechter beslist pas op het einde van het proces of je schuldig bent of niet.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Dictatuur in Rusland
Video: De Russische Revolutie
Na de video moet je onderstaande vragen kunnen beantwoorden:
  • Wie had voor 1917 de macht in Rusland? 
  • Waarom kwam het Russische volk in opstand?
  • Wie greep in 1917 de macht in Rusland?
  • Wat veranderde er in Rusland?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Dictatuur in Rusland
Video: De Russische Revolutie
Na de video moet je onderstaande vragen kunnen beantwoorden:
  • Wie had voor 1917 de macht in Rusland? 
  • Waarom kwam het Russische volk in opstand?
  • Wie greep in 1917 de macht in Rusland?
  • Wat veranderde er in Rusland?

Slide 10 - Diapositive

Video: Russische Revolutie

Wie had voor 1917 de macht in Rusland?

Slide 11 - Question ouverte

Video: Russische Revolutie

Waarom kwam het Russische volk in opstand?

Slide 12 - Question ouverte

Video: Russische Revolutie

Wie greep in 1917 de macht in Rusland?

Slide 13 - Question ouverte

Video: Russische Revolutie

Wat veranderde er in Rusland?

Slide 14 - Question ouverte

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Rusland

In 1917 komt het Russische volk in opstand:
  • onvrede over WOI
  • voedseltekorten
De tsaar trad af en de communisten grepen de macht. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Rusland

Rusland werd een totalitaire dictatuur:
  • alleenheerschappij (eerst Lenin, dan Stalin)
  • iedereen moet communist zijn
  • tegenstanders naar strafkampen (terreur)

Slide 17 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Rusland

Rusland werd een totalitaire dictatuur:
  • alleenheerschappij (eerst Lenin, dan Stalin)
  • iedereen moet communist zijn
  • tegenstanders naar strafkampen (terreur)

Slide 18 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
  • Ik kan kenmerken opsommen van het beleid van Stalin.
  • Ik kan de gevolgen van de Beurscrash van Wallstreet benoemen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Rusland

Stalins totalitaire dictatuur:
  • samenleving staat volledig onder controle van de overheid
  • planeconomie: overheid bepaalt wat fabrieken en boerderijen produceren.
  • bevolking leeft in armoede

Slide 22 - Diapositive

Is de tekenaar een voor- of tegenstander van Stalin? Waaraan zie je dat?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Italië
Ook in Italië komt (na een staatsgreep) een dictatuur: Fascisme
  • Een sterke leider: Mussolini
  • Nationalistisch
  • Geweld
  • Indoctrinatie: systematisch opdringen van idëeen

Slide 26 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
  • Ik kan een voorbeeld van een economisch en een politiek gevolg van de Beurskrach geven.
  • Ik kan 3 overeenkomsten geven tussen het fascisme van Mussolini en het nazisme van Hitler.
  • Ik kan 1 verschil geven tussen het fascisme van Mussolini en het nazisme van Hitler.

Slide 27 - Diapositive

Je telefoon is kapot. Je hebt momenteel niet voldoende geld om een nieuwe te kopen. Je kan wel elke maand € 20 sparen.
Zou jij geld lenen voor een nieuwe telefoon?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Live now, pay later!

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Wie in 1920 een aandeel kocht van $100, kon dit in 1928 verkopen voor $600. Je was dus 6 keer zo rijk geworden.
Zou jij aandelen kopen?
Als ik weet dat ik 6 keer zo rijk kan worden wel ja!
Ik zou mezelf de vraag stellen of dit wel blijft duren.
Ik vind aandelen te risicovol. Daar begin ik niet aan.

Slide 31 - Sondage

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Welvaart en crisis
Na WOI bloeit de economie, maar...
  • In 1929 crasht beurs van Wallstreet
  • Wereldwijd gaan bedrijven failliet
  • Nederlandse werklozen moeten stempelen

Slide 34 - Diapositive

Opdracht
  • Bedenk in tweetallen wat je weet over Adolf Hitler.
  • Overleg je antwoorden met een ander tweetal en kies de 3 belangrijkste
      weetjes/kenmerken.
timer
1:00

Slide 35 - Diapositive

Hitler?

Slide 36 - Carte mentale

Slide 37 - Vidéo

4.2 Tussen de wereldoorlogen
Dictatuur in Duitsland
In 1932 werd de NSDAP (partij Hitler) de grootste:
  • Een sterke leider: Der Führer
  • Nationalistisch
  • Geweld
  • Totalitair (met indoctrinatie)

Nazi's zijn ook racistisch (fascisten oorspronkelijk niet)

Slide 38 - Diapositive

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Democratie, daar geloof ik niet in!
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 39 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Wie niet horen wil, moet maar voelen!
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 40 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Joodse inwoners hebben geen rechten.
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 41 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Mijn favoriete geschiedenislessen gaan over de Romeinen. Ooit hebben we ook zo'n wereldrijk.
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 42 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Onze leider heeft altijd gelijk. Ik doe wat hij vraagt!
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 43 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Ik kijk al uit naar de volgende verkiezingen!
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 44 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Het blanke ras is superieur.
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 45 - Quiz

Uit wiens mond komt onderstaande uitspraak?

Journalisten die kritisch zijn over het beleid, moeten naar de gevangenis!
A
Fascist
B
Nazist
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 46 - Quiz

Opdrachten
Ik kan 3 overeenkomsten en verschillen geven tussen het fascisme van Mussolini en het nazisme van Hitler.

  • Maak oefening 4 a en b
  • Maak nu oefening 8 a en b 
  • Maak daarna oefening 5 en 9

Je doet minstens één van onderstaande opdrachten:
  • Oefen de leerstof en maak herhalingsopgave 5, 6 en 8 op p.82
  • Oefen op informatie uit bronnen halen en maak verdiepingsopgave 2 op p.84
  • Oefen de begrippen in en maak de test-jezelf opgave 3 op p.80
timer
10:00

Slide 47 - Diapositive

4.2 Tussen de wereldoorlogen
  • Ik kan een voorbeeld van een economisch en een politiek gevolg van de Beurskrach geven.
  • Ik kan 3 overeenkomsten geven tussen het fascisme van Mussolini en het nazisme van Hitler.
  • Ik kan 1 verschil geven tussen het fascisme van Mussolini en het nazisme van Hitler.

Slide 48 - Diapositive