Voltooide tijd sterke werkwoorden

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

onregelmatige werkwoorden week 1

hele werkwoord	verleden tijd	voltooid deelwoord
beginnen	begon/ begonnen	begonnen
blijven	bleef / bleven	gebleven
brengen	bracht / brachten	gebracht
denken	dacht / dachten	gedacht
doen	deed / deden	gedaan

hele werkwoord	verleden tijd	voltooid deelwoord
drinken	dronk / dronken	gedronken
eten	at / aten	gegeten
gaan	ging / gingen	gegaan
hebben	had / hadden	gehad
helpen	hielp / hielpen	geholpen

hele werkwoord	verleden tijd	voltooid deelwoord
kijken	keek / keken	gekeken
komen	kwam / kwamen	gekomen

Vandaag ben ik ziek thuis...............(blijven)

1. geblijft
2. geblijven
3. gebleefd
4. gebleven

Wij.....................(brengen) de boeken terug naar de bibliotheek.

1. brengden
2. brongen
3. brachten
4. bracht

Ik...................... (doen) erg mijn best.

1. deet
2. deed
3. doede
4. gedaan

Jij hebt erg je best........................(doen)

1. gedoet
2. gedaan

Gisteren hebben wij cola.................(drinken)

1. gedronken
2. gedrinkt
3. drinkten

Wat fijn dat jullie mij hebben .....................(helpen)

1. gehelpen
2. gehielpen
3. geholpen

Hij ......................(eten) een appel

1. ete
2. at
3. gegeten
4. ette

Vroeger..............(hebben) hij een hondje.

1. hadden
2. hebde
3. had
4. heefde

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: doen

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: helpen

Maak een zin in de voltooide tijd met het werkwoord: denken

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: brengen

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: komen

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord: gaan

huiswerk

Leer week 13 uit je hoofd!

Disk

Pak de leestekst.

Lees de tekst door en onderstreep de woorden die je niet kent.

Probeer eerst zelf achter de betekenis te komen.

't sexy fokschaapspel

Maak 2 groepen en speel het spel.

Schrijf je voltooid deelwoord op een papier, de anderen controleren je antwoord.