Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
https:
Slide 1 - Lien
DOELSTELLINGEN
Je kunt het stappenplan voor een kruisingsvraagstuk uitvoeren bij mono-, di- en polyhybride kruisingen en conclusies trekken over P,F1,F2 generaties
Slide 2 - Diapositive
Kk: kuif, kk: geen kuif, KK: dood Een kuifkanarie wordt gekruist met een kuifloze kanarie. Bereken: hoeveel % van de kuikens heeft een kuif?
Slide 3 - Question ouverte
alle nakomelingen uit de vorige vraag worden willekeurig met elkaar gekruist. De eieren gaan in een broedmachine. Een van de eieren komt als eerste uit. Bereken de kans dat hier een kuifkanarie uit komt?
Slide 4 - Question ouverte
Keuze
Ik had de checkvraag goed en vond Joost de Guppykweker een eitje.
-> Doe je oordopjes in en ga zelfstandig in stilte verder met Joost de Guppykweker, opdracht 2 en 3 (huiswerk).
Anders maak je aantekeningen bij de uitleg over dihybride kruisingen
Slide 5 - Diapositive
Dihybride
B: zwart, b: geen zwart
R: rood, r: geen rood
Homozygoot zwarte slang x
Homozygoot rode slang
Genotypen en fenotypen in F2?
Slide 6 - Diapositive
Stappen
1 Genotypen ouders (diploid!)
2 Mogelijke gameten
3 Punnett schema
4 Kansen berekenen
neem aantekeningen over
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Optie 2
Werk een monohybride kruising uit voor Zwart
Werk een monohybride kruising uit voor oranje
Vermenigvuldig de kansen
Slide 9 - Diapositive
AABbCcddEe x aaBbCCDdee bereken de kans op AaBBCCDdee (noteer een breuk 1/2, 1/3, 1/4, etc)
Slide 10 - Question ouverte
OEFENEN
biologie.ichthuscollege.info: Joost de Guppykweker opdracht 2 en 3
kroonbladeren P: smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden F1: 100% ovaal, rose en ondiep ingesneden zijn.
Van welk percentage van de F2 kan met zekerheid het genotype voor alle betrokken kenmerken worden vastgesteld?
A
100
B
75
C
50
D
6.25
Slide 12 - Quiz
kleurloze grondstof -------1------> gele kleurstof -------2------> blauwe kleurstof allel E: kan enzym 1 maken, allel F: kan enzym 2 maken
twee blauwe druivenplanten kruisen onderling. De F1 bestaat bestaat uit zowel planten die blauwe druiven maken als planten die gele druiven maken. Van welke kruising is dit het resultaat?
A
EeFF x EeFF
B
eeFF x EEFF
C
EEFf x EEFf
D
EEFf x EeFF
Slide 13 - Quiz
Kun je nu di- en polyhybride kruisingsvraagstukken oplossen?