2F Examen gesprekken

ZRGVEPL419AK
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ZRGVEPL419AK

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Uitleg examen Gesprekken
- Beoordelingscriteria
- Oefenen
- Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Examen Gesprekken
Werkoverleg
Je voert een werkoverleg met je leidinggevende in de BPV.  Jullie bespreken tijdens het overleg de werkzaamheden en de verdeling van het werk binnen het team. De examenafnemer speelt je leidinggevende.
Het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren. 

Slide 3 - Diapositive

Examen Gesprekken
De volgende punten moeten tijdens het gesprek aan bod komen:
1. twee werkzaamheden die je al hebt uitgevoerd
2. toekomstige werkzaamheden
3. taakverdeling binnen het team

Slide 4 - Diapositive

Examen Gesprekken
  • VOORBEELDVRAGEN:
  • Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd?
  • Wat ga je de komende tijd voor werkzaamheden doen?
  • Wat gaan je collega’s de komende tijd doen? 
  • Hoe kan jij daarbij helpen?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Beoordeling Gesprekken 2F
Je gesprek wordt beoordeeld aan de hand van de volgende beoordelingscriteria: 

Slide 7 - Diapositive

SAMENHANG
 - Zorg voor een helder verhaal, met een inleiding, kern en slot. 
- Gebruik signaalwoorden en zorg dat je goed te volgen bent, ook voor mensen die niets van jouw onderwerp afweten. 

Slide 8 - Diapositive

AFSTEMMING OP DOEL

Je wilt je gesprekspartner informeren, overtuigen, instrueren etc.

Slide 9 - Diapositive

AFSTEMMING OP GESPREKPARTNER
Kies je de juiste variant tussen formeel en informeel?
Kun je inspelen op opmerkingen van je gesprekspartner? 

Houd rekening met degenen met wie je het gesprek voert, met wat zij weten, en reageer op wat ze zeggen.

Slide 10 - Diapositive

WOORDENSCHAT EN WOORDGEBRUIK
- Heb je voldoende woorden tot je beschikking om je goed uit te drukken? 

- Val niet in herhaling, zorg voor variatie in woordkeuze. 

Slide 11 - Diapositive

VLOEIENDHEID, VERSTAANBAARHEID, 
GRAMMATICALE BEHEERSING

-  Praat je goed door? 
- Ben je goed verstaanbaar? 
- Spreek je in goede Nederlandse zinnen?

Slide 12 - Diapositive

Nog een paar tips
Bereid je goed voor op het gesprek
Zorg dat je de inhoud kent zodat zo min mogelijk op je spiekbriefje hoeft te kijken.

Ga in op wat je gesprekspartners zeggen
Zo draag je bij aan de samenhang van het gesprek.
Als je dit op een belangstellende manier doet, is dat prettig voor je gesprekspartners, en goed voor je eigen beoordeling.

Slide 13 - Diapositive

Hoe lang moet je gesprek
ongeveer duren?
A
4 minuten
B
5 minuten
C
6 minuten
D
7 minuten

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er als je na 6 minuten nog niet klaar bent met het gesprek?
A
De docent laat je het gesprek afmaken.
B
Het gesprek wordt afgebroken (docent)
C
Je krijgt een onvoldoende.
D
Je mag nog 2 minuten doorpraten.

Slide 15 - Quiz

Welke hulpmiddelen worden toegestaan?
A
geen hulpmiddelen
B
spiekbriefje met steekwoorden
C
A4'tje met uitgeschreven tekst

Slide 16 - Quiz

Wie is formeel de gespreksleider?
A
Docent Nederlands
B
Studieloopbaan begeleider
C
Je gesprekspartner
D
Jijzelf

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er als je te kort spreekt, dus minder dan 5 minuten?
A
Dat maakt niet uit.
B
Examen kan niet worden beoordeeld.

Slide 18 - Quiz

Wat is een actieve
gesprekshouding?

Slide 19 - Carte mentale

Wat wordt beoordeeld tijdens je examen Gesprekken voeren?
A
afstemming op doel
B
woordenschat
C
verstaanbaarheid
D
alle 3 deze punten

Slide 20 - Quiz

Wat zijn open vragen?
A
Een vraag waarop je antwoord met ja of nee.
B
Deze begint met een vraagwoord.
C
Doorvragen
D
Controle vragen

Slide 21 - Quiz

Als je een antwoord van de ander niet begrijpt, ga je .....
A
een open vraag stellen
B
een controle vraag stellen
C
verder doorvragen

Slide 22 - Quiz