Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Geschiedenis
Maak je eigen stamboom
Slide 1 - Diapositive
Doel van vandaag
Aan het einde van de les heb je geleerd over je familiegeschiedenis
Slide 2 - Diapositive
Waar denk je aan bij het woord stamboom? Wat weet je al?
Slide 3 - Carte mentale
Wat is een stamboom?
Een stamboom is iets anders dan een boomstam.
Op een stamboom kan je zien hoe jouw familie is gegroeid, in de afgelopen jaren.
Slide 4 - Diapositive
Jouw familie
Jij hebt ouders.
Maar, jouw ouders hadden ook eigen ouders:
jouw opa en oma.
En ook jouw opa en oma hadden ouders.
Zo kunnen we een hele stap terug in de tijd.
Slide 5 - Diapositive
Genealogie
Onderzoek doen naar jouw voorouders (de mensen die voor jou leefden) noem je genealogie.
Sommige mensen gaan als hobby opzoek naar hun voorouders.
Er zijn ook mensen die daar hun beroep van hebben gemaakt.
Dat zijn genealogen.
Slide 6 - Diapositive
Stamboom
Als je het niet helemaal snapt hoe je familie in elkaar zit, kun je dat makkelijker maken. Dit doen we door een stamboom te maken.
Een stamboom kan je helpen om je eigen familiegeschiedenis beter te begrijpen.
Als je stamboom af is, zie je meteen wie jouw ouders zijn, wie je opa en oma zijn of je tante of oom.
Iedereen die in jouw familie hoort, staat op je stamboom.
Slide 7 - Diapositive
Kijk goed
Dit is een voorbeeld van een stamboom.
Wie zijn de twee oudere mensen bovenaan?
Het goede antwoord staat onder het vinkje.
Opa en Oma
Slide 8 - Diapositive
Opa en oma
Bovenaan de stamboom komen jouw opa en oma.
Heb je twee opa's en oma's? Kies dan 1 paar uit.
Slide 9 - Diapositive
Kijk goed
Wie staat onder de pijl?
Wat is dit van jouw opa en oma?
Het goede antwoord vind je onder het vinkje.
Waarom staat er een hartje tussen beide mensen?
Kinderen
Slide 10 - Diapositive
Jouw ouders
Je opa en oma kregen jouw vader of moeder.
Onder je opa en oma komen dus jouw ouders.
Slide 11 - Diapositive
Kijk goed
Wie zou dit kunnen zijn?
Het antwoord vind je onder het vinkje.
De kinderen van jouw ouders. Jij dus!
Slide 12 - Diapositive
Jij en je broers en zussen
Onder jouw ouders sta jij, samen met je broers en zussen.
Jullie staan helemaal onderaan de stamboom.
Er staan nog geen vakjes onder, omdat jij nog geen eigen kinderen hebt.
Wanneer dit later wel zo is, kan je de stamboom verder aanvullen.
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag!
Wat heb je nodig?
2 werkbladen
Gekleurde potloden
Grijs potlood
Lijm
Slide 14 - Diapositive
Stappen
Stap 1: Maak in ieder fotolijstje een tekening van jouw familielid.
Stap 2: Zijn je familieleden af? Knip ze uit en leg ze op je tafel.
Stap 3: Plak je fotolijstjes in je boom, net als bij een echte stamboom. Begin met je opa en oma, daarna je ouders en je ooms en tantes en als laatste je broertjes en zusjes en jijzelf. Laat genoeg ruimte tussen je ouders en je ooms en tantes.
Stap 4: Trek lijnen in je stamboom, zodat duidelijk wordt hoe je stamboom in elkaar zit.
Slide 15 - Diapositive
Nabespreken
Wat is het verschil tussen een boomstam en een stamboom?
La durée de la leçon est: 45 min
