week 4 les 1

Typ het woord dat je hoort
1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Typ het woord dat je hoort

Slide 1 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 2 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

het kost
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 7 - Quiz

het kost
v.t. het.........

Slide 8 - Question ouverte

het kost
v.d. het heeft.........

Slide 9 - Question ouverte

wij kruiden
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 10 - Quiz

wij kruiden
v.t. wij.......

Slide 11 - Question ouverte

wij kruiden
v.d. wij hebben.......

Slide 12 - Question ouverte

zij verbond
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 13 - Quiz

zij verbond
t.t. zij ...........

Slide 14 - Question ouverte

zij verbond
v.d. zij is ...........

Slide 15 - Question ouverte

jullie lazen voor
A
tt
B
vt
C
vd

Slide 16 - Quiz

smeden
t.t De inbrekers........snode plannen.

Slide 17 - Question ouverte

ontmoeten
t.t. Waarom..........ijsberen nooit pinguïns?

Slide 18 - Question ouverte

dulden
v.t. Hij..........dat getreuzel niet.

Slide 19 - Question ouverte

trachten
v.t. Ik...........voor het donker thuis te zijn.

Slide 20 - Question ouverte

zijn
Ben jij wel eens in New York......?

Slide 21 - Question ouverte

plegen
Er is weer een overval............

Slide 22 - Question ouverte

voeden
De...........baby.

Slide 23 - Question ouverte

vlechten
De...........kransen.

Slide 24 - Question ouverte