Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woordenschat
Wat betekent : proloog
A
voorwoord
B
nawoord
1 / 18
suivant
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat betekent : proloog
A
voorwoord
B
nawoord
Slide 1 - Quiz
wat betekent : conservatorium
A
brug
B
hogere muziekschool
C
feest
Slide 2 - Quiz
Wat betekent : auditie
A
voorstelling
B
wedstrijd
C
laten zien wat je kunt
Slide 3 - Quiz
Wat is een ober
A
iemand die bedient in een restaurant
B
iemand die achter de balie zit
C
allebei
Slide 4 - Quiz
Wat betekent : bungelen
A
schommelen, bewegen
B
lopen
C
klimmen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent : improvisatie
A
presenteren
B
iets onvoorbereid doen
C
proefexamen
Slide 6 - Quiz
Wat betekent : kostuum
A
pak (jasje en broek)
B
boek (fictie)
C
uitstapje
Slide 7 - Quiz
Wat betekent : rochelen
A
hard lachen
B
giechelen
C
slijm ophoesten
Slide 8 - Quiz
Wat is een : narcist
A
iemand die overdreven veel van zichzelf houdt
B
iemand die overdreven hard lacht
C
Iemand die veel van bloemen houdt
Slide 9 - Quiz
Wat betekent : schouw
A
een rand op een open haard
B
handvat van een oude deur
C
boekenkast
Slide 10 - Quiz
Van welk woord is dit de betekenis :
Het je kunnen veroorloven
A
perfectioneren
B
kwetsen
C
permitteren
D
tintelen
Slide 11 - Quiz
Van welk woord is dit de betekenis :
brug over een weg
A
arrogant
B
interieur
C
reling
D
viaduct
Slide 12 - Quiz
Van welk woord is dit de betekenis :
uit de hoogte
A
nauwelijks
B
arrogant
C
interieur
D
reling
Slide 13 - Quiz
Van welk woord is dit de betekenis :
beledigen
A
bezitterig
B
tintelen
C
flippen
D
kwetsen
Slide 14 - Quiz
Van welk woord is dit de betekenis :
amper, bijna niet
A
viaduct
B
interieur
C
reling
D
nauwelijks
Slide 15 - Quiz
Reling
Flippen
tintelen
interieur
leuning
Teverkeerd reageren op iets
zacht prikkelen
de binnenkant (huis)
Slide 16 - Question de remorquage
Typ alle woorden die je nog weet uit deze quiz
Slide 17 - Question ouverte
Alle woorden uit de quiz
proloog conservatorium auditie ober bungelen improvisatie kostuum rochelen narcist schouw permitteren perfectioneren reling viaduct interieur arrogant nauwelijks flippen
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
woordenschat, les 2/1
Février 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
formatieve toets H1 en H2
Septembre 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordenschat H2
Octobre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
First things first
Septembre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
B. Woordenschat groep 8
Janvier 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
Voorbereiding Toets Lezen en Woordenschat
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
T3-L2 winkelinterieur - exterieur
Septembre 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Toegepaste economie
Secundair onderwijs
Instructies begrijpen
il y a 28 jours
- Leçon avec
21 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs