2ha chap 5 abcd
Tu apprends le français. ( niet)
1 / 45
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Tu apprends le français. ( niet)
Slide 1 - Question ouverte
Vous faites du tennis. ( niet meer)
Slide 2 - Question ouverte
Réponds
Tu as un chien ? ( nog niet)
Tu as un chien ? ( nog niet)
Slide 3 - Question ouverte
réponds
Vous avez mangé des tripes ? ( nooit)
( non, nous ...)
Vous avez mangé des tripes ? ( nooit)
( non, nous ...)
Slide 4 - Question ouverte
fais une phrase
wonen - niet - Dalfsen
wonen - niet - Dalfsen
Slide 5 - Question ouverte
la maison
Slide 6 - Question ouverte
un ordinateur
Slide 7 - Question ouverte
à ce soir
Slide 8 - Question ouverte
en fait
Slide 9 - Question ouverte
je suis en train de
Slide 10 - Question ouverte
le pied
Slide 11 - Question ouverte
car
Slide 12 - Question ouverte
hij denkt
Slide 13 - Question ouverte
nog steeds
Slide 14 - Question ouverte
rust uit
Slide 15 - Question ouverte
waarschijnlijk
Slide 16 - Question ouverte
de keel
Slide 17 - Question ouverte
slecht
Slide 18 - Question ouverte
de buik
Slide 19 - Question ouverte
de kus
Slide 20 - Question ouverte
een ongeluk
Slide 21 - Question ouverte
( ik ga ) à l'ecole .
Slide 22 - Question ouverte
( hij gaat) à la boulangerie
Slide 23 - Question ouverte
( wij gaan ) à la maison
Slide 24 - Question ouverte
(jullie gaan) au zoo
Slide 25 - Question ouverte
( zij gaan ) en train à Amsterdam
Slide 26 - Question ouverte
ik help
Slide 27 - Question ouverte
hij vraagt
Slide 28 - Question ouverte
wij zingen
Slide 29 - Question ouverte
jullie dansen
Slide 30 - Question ouverte
jij nodigt uit
Slide 31 - Question ouverte
zij winnen
Slide 32 - Question ouverte
ik heb gedacht
Slide 33 - Question ouverte
zij heeft gespeeld
Slide 34 - Question ouverte
u heeft gekocht
Slide 35 - Question ouverte
zij hebben gezocht
Slide 36 - Question ouverte
wij hebben gekletst
Slide 37 - Question ouverte
ik heb
Slide 38 - Question ouverte
wij zijn
Slide 39 - Question ouverte
jullie zijn
Slide 40 - Question ouverte
hij doet
Slide 41 - Question ouverte
zij maken
Slide 42 - Question ouverte
jij hebt gehad
Slide 43 - Question ouverte
wij hebben gedaan
Slide 44 - Question ouverte
hij is geweest
