M2 02-10-24 Signaalwoorden en tekstverbanden

Welkom M2 bij
Nederlands!

Tekstverbanden & signaalwoorden
Wacht even met de laptop
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom M2 bij
Nederlands!

Tekstverbanden & signaalwoorden
Wacht even met de laptop

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Afspraken maken over gedrag en consequenties
- Uitleg signaalwoorden/tekstverbanden
- Samen oefenen
- (zelfstandig werken)

Slide 2 - Diapositive

Wat is een alinea?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een kernzin?

Slide 4 - Question ouverte

Waar in de alinea staat een kernzin meestal?

Slide 5 - Question ouverte

Lesdoelen
  • Je leert wat tekstverbanden zijn.
  • Je leert wat signaalwoorden zijn.
  • Je leert signaalwoorden die bij het opsommend tekstverband horen.

Slide 6 - Diapositive

Begrippen
  • Tekstverband: verband tussen woorden, zinnen en alinea's.
  • Signaalwoorden: Woorden die de schrijver gebruikt om de relatie tussen de woorden (of zinnen of alinea's) aan te geven. 

Slide 7 - Diapositive

Opsommend tekstverband


En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 8 - Diapositive

Opsommend verband
Welke signaalwoorden zie je? Schrijf ze op in je schrift.

Henkie heeft goed zijn best gedaan voor de toets. Hij heeft zijn huiswerk gemaakt en hij heeft het nagekeken. Bovendien heeft hij zijn vragen gesteld. Daarnaast is hij ruim op tijd begonnen met het leren van de lesstof. Ten slotte heeft hij een oefentoets gemaakt.
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Opsommend verband
Henkie heeft goed zijn best gedaan voor de toets. Hij heeft zijn huiswerk gemaakt en hij heeft het nagekeken. Bovendien heeft hij zijn vragen gesteld. Daarnaast is hij ruim op tijd begonnen met het leren van de lesstof. Hij heeft ten slotte een oefentoets gemaakt.

Slide 10 - Diapositive

Tijdsvolgorde (chronologie)

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 11 - Diapositive

Chronologisch verband (tijdsvolgorde)

Welke signaalwoorden zie je? Schrijf ze op in je schrift.

Eerst deed ik mijn pyjama aan en vervolgens poetste ik mijn tanden. Daarna stapte ik in bed en uiteindelijk viel ik in slaap. 

Slide 12 - Diapositive

Chronologisch verband (tijdsvolgorde)

Eerst deed ik mijn pyjama aan en vervolgens poetste ik mijn tanden. Daarna stapte ik in bed en uiteindelijk viel ik in slaap. 

Slide 13 - Diapositive


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 14 - Diapositive

Toelichtend verband (voorbeeld)
1. De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Zo is het dit jaar vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.

2. Ik hou van allerlei soorten fruit, zoals aardbeien en frambozen.


Slide 15 - Diapositive

Toelichtend verband (voorbeeld)
1. De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Zo is het dit jaar vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.

2. Ik hou van allerlei soorten fruit, zoals aardbeien en frambozen.


Slide 16 - Diapositive

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 17 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 19 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 20 - Quiz

Zelfstandig werken
Je maakt van $4 Tekstverbanden en signaalwoorden:

opdracht 1 en 2



timer
10:00

Slide 21 - Diapositive

Ken je nu 'signaalwoorden' in een tekst herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage