WH2X Tekstverbanden en Signaalwoorden

Tekstverbanden & Signaalwoorden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden & Signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Welke tekstverbanden ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstverbanden

  • tijdsvolgorde/chronologisch
  • opsommend
  • tegenstellend
  • toelichtend
  • concluderend
  • redengevend
  • oorzakelijk

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Signaalwoorden


  • eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl,
  • ook, bovendien, daarnaast, zowel .. als, ten eerste, ten slotte
  • maar, echter, toch, daarentegen
  • bijvoorbeeld, met andere woorden, zoals, dat wil zeggen
  • dus, dan ook, hieruit volgt, concluderend
  • want, omdat, daarom, immers, namelijk
  • doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Tegenover, maar, hoewel' zijn signaalwoorden die horen bij het tekstverband...
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Concluderend
D
Tegenstellend verband

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:20
Signaalwoord van
tegenstellend
verband

Slide 6 - Carte mentale

maar, echter, toch, daarentegen
timer
1:00
Signaalwoord van
redengevend
verband

Slide 7 - Carte mentale

want, omdat, daarom, immers, namelijk
timer
0:20
Signaalwoord van
opsommend
verband

Slide 8 - Carte mentale

ook, bovendien, daarnaast, zowel .. als, ten eerste, ten slotte
timer
0:20
Signaalwoord van
chronologisch
verband

Slide 9 - Carte mentale

eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl,
timer
0:20
Signaalwoord van
concluderend
verband

Slide 10 - Carte mentale

dus, dan ook, hieruit volgt, concluderend
Als je besluit om dat skateboard te kopen, kun je niet op vakantie.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt niet op vakantie, want je hebt je geld uitgegeven aan een skateboard.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als eerste moet je naar werk gaan zoeken. Daarna kun je gaan sparen.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een vliegticket kopen en je hotel betalen. Bovendien heb je op reis zakgeld nodig.
A
redengevend verband
B
chronologisch verband
C
opsommend verband
D
voorwaardelijk verband

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

Welk signaalwoord? Welk tekstverband?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

maar = signaalwoord = tegenstellend verband

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen.

Welke signaalwoorden? Welk tekstverband?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen.

bovendien - ook nog = signaalwoorden
Opsommend tekstverband

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter of zelfs een degradatiekandidaat bij een topclub punten kon weghalen.

Signaalwoord? Tekstverband?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Het is dit jaar bijvoorbeeld .... ...weghalen.

bijvoorbeeld = signaalwoord = toelichtend verband

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 1 ding dat je nog onduidelijk vindt aan tekstverbanden

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 1 ding dat je nog onduidelijk vindt aan signaalwoorden

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je weten voor de toets?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat/welk onderdeel moet je nog leren?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je dat doen?
(bijv. quizlet, met een klasgenoot etc.)

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ga je beginnen?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel succes!

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions