1.1 Materialen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

 scheikunde

Docent: M. Steegstra

Boek: NOVA 

Verder: onlinemethode voor test jezelf

Code NOVA volgt

vandaag

voorstellen

afspraken

materialen en stofeigenschappen

lesdoelen

elkaar leren kennen

goeie afspraken maken

  verschil tussen natuurlijke en synthetische materialen kennen

kunnen uitleggen wat een grondstof is

een aantal stof- en materiaaleigenschappen kunnen noemen

je kunt rekenen met dichtheid

Stofeigenschappen van water

§1.1 Materialen

H1 Materialen en stoffen

natuurlijk of synthetisch

Natuurlijke materialen = van natuurlijke oorsprong, hout, steen

Synthetische materialen = materialen die niet in de natuur te vinden zijn, via chemische processen gemaakt door de mens.

 Vaak zijn dit kunststoffen, maar dat hoeft niet. IJzer wordt ook door de mens gemaakt van ijzererts. IJzererts is een grondstof;

een materiaal dat je nodig hebt om een nieuwe stof te maken.

Materiaaleigenschappen

Stoffen kun je herkennen aan bepaalde eigenschappen.

Dit noem je stofeigenschappen of materiaaleigenschappen.

Bv. geur, kleur, smaak, dichtheid, geleidbaarheid, hardheid, hydrofiel/hydrofoob (wateropnemend/waterafstotend) 

Wat is? 

Oplosbaarheid?

Hydrofiel? Hydrofoob?

Smelt- en kookpunt? 

Warmte- en stroomgeleiding? 

Dichtheid? 

Dichtheid is massa in gram van 1 cm³

Grootheid = dichtheid     Eenheid = g/cm³

Dichtheid

Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm³ dus kleinere dichtheid.

Dichtheid = 8

​cm​3​​​​g​​

Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm³ dus grotere dichtheid.

Dichtheid = 27

​cm​3​​​​g​​

Dichtheid

Dichtheid berekenen

Massa = Volume * Dichtheid

Dichtheid = Massa / Volume

Volume = Massa / Dichtheid

Materialenmix

Bijna al onze spullen zijn gemaakt van een mix van materialen. 

Kijk bv maar eens naar het labeltje van je kleding. 

Wat staat daar op?

Een materialenmix noemen we composiet. 

Een mix van metalen noemen we legering.

Aan de slag

Je gaat lezen: paragraaf 1.1 lees eerst welke opgaven bij de stof horen (opg. 1 t/m 3 en 5) en dan de tekst op blz 8 t/m 11

Je gaat maken: opg. 6 t/m 9