Meten en meetkunde 2F, Schaal 28/11 en 2/12

Rekenen Meten en Meetkunde 2F
Schaal
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Rekenen Meten en Meetkunde 2F
Schaal

Slide 1 - Diapositive

Spelregels schaal
-100 cm = 1 meter
-Wil je weten wat de werkelijke lengte van 2 cm is in plaats van 1 cm? 
Dan doe je 100 x 2 = 200 cm

Slide 2 - Diapositive

Een speelgoedferrari is 4 cm
de echte Ferrari is 4 meter.
Wat is de schaal?
A
1:10000
B
1:1000
C
1:100
D
1:10

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Een distributiecentrum heeft op een kaart een lengte van 5 cm, met een schaal van 1:1000. Wat is de echte lengte?
A
50 meter
B
5000 centimeter
C
5 meter
D
500 meter

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Een heftruck is in het echt 1,8 meter lang. Hoeveel centimeter is hij dan op een tekening? De schaal is 1:100
A
1,8
B
18
C
180
D
0,18

Slide 8 - Quiz

De afstand tussen Maastricht en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten.
De schaal van de kaart is dan?
A
1 : 200.000
B
1 : 20.000
C
1 : 2.000.000
D
1 : 2000

Slide 9 - Quiz

Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?

Slide 10 - Question ouverte

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De afstand tussen twee steden is 30 km. Op een kaart is de afstand 60 mm. Op welke schaal is de kaart getekend?
A
1:50.000
B
1:500.000
C
1:20.000
D
1:2.000

Slide 14 - Quiz