Fictie §1 setting en sfeer

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM T2B
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM T2B

Slide 1 - Diapositive


1. Starten met Cursus 3: Fictie.
2. Klassikaal door paragraaf 1 heen.
3. Oefenvragen in LessonUp.
4. Zelfstandig werken
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Diapositive

Fictie lezen 
Gezamenlijk boek lezen! Samen en zelfstandig.
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal beschrijven.
Lesdoelen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Setting en sfeer
Verhalen spelen zich af in een bepaalde setting. De setting bestaat uit de plaats, tijd en omstandigheden die de achtergrond vormen waartegen het verhaal zich afspeelt. 

  • Plaats, bijvoorbeeld in een bepaald land, in een stad of in een dorp, in een restaurant, op school.
  • Tijd, bijvoorbeeld heden (tegenwoordig), verleden, toekomst, een specifiek jaar of seizoen.
  • Omstandigheden: bijvoorbeeld oorlog, zombie-uitbraak, sneeuwstorm, vakantie.

Slide 6 - Diapositive

De plaats, tijd en omstandigheden zijn 
samen vaak heel bepalend voor de sfeer van een 
verhaal. De sfeer kan bijvoorbeeld griezelig, 
dreigend, benauwend, kil, geheimzinnig, 
ontspannen, verveeld, romantisch of 
onbezorgd zijn.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Wat kun je zeggen over de plaats
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 10 - Carte mentale

Noteer in steekwoorden in welke tijd dit verhaal zich afspeelt. Noem voorbeelden.

Slide 11 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over de omstandigheden
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 12 - Carte mentale

Lees mee in je lesboek
Opdracht 1

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk


Huiswerkopdracht
(Af)maken:
Cursus 3 Fictie, §1 Setting en sfeer.
Opdracht 1

Slide 14 - Diapositive

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen

Slide 15 - Diapositive

Welke drie zaken bepalen de setting en sfeer in een verhaal?

Slide 16 - Question ouverte