H2 Taalverzorging Spelling (2)

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van deze les
  • Bespreken van het huiswerk
  • Uitleg: Zinnen met meerdere persoonsvormen
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Diapositive

Doelstelling
Aan het eind van deze les kan je alle werkwoordsvormen in samengestelde zinnen correct spellen.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling: Aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met voorzetsels als op, over, na.
    -> Ik heb mijn kamer opgeruimd. Ik ga mijn kamer opruimen.

  • Samengestelde zelfstandige naamwoorden
    -> kassabon                          en niet: kassa bon
    -> schoonmaakdoekje     en niet: schoonmaak doekje
    -> langeafstandsloper      en niet: lange afstandsloper

Slide 4 - Diapositive

Herhaling: Aan elkaar
  • Samengestelde aardrijkskundige namen
      -> Noord-Holland, Zuid-Afrikaans

  • Getallen tot en met het woord duizend.
    -> zesenzeventig (76), vijfhonderd (500)
    -> drieëntwintigduizend (23.000)
    -> drieduizend zeshonderdentwaalf (3.612)

Slide 5 - Diapositive

Herhaling: Aan elkaar
  • Voorzetsels met woorden als er-, daar-, hier- en waar-
      -> ermee, hierbij, waardoor

  • Twee voorzetsels die achter elkaar staan
    -> achteruit
    -> bovenop
    -> tussendoor

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 4 (p.59)
  1. Onderzoekers vermoeden dat er een verband is tussen socialemediagebruik en ernstige slaaptekorten.
  2. Als Wies haar middelbareschooldiploma heeft, wil ze een lange wereldreis maken.
  3. Onze Spaanse vakantievrienden zijn echte Fransekaasliefhebbers.
  4. De wildedierentemmer Stark stak als eerste circusartiest zijn hoofd in de bek van een leeuw.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 1 (p.60)
  1. Boven de duinen cirkelt nu al een uur lang een helikopter die de duinbrand blust.
  2. Terwijl de dierenarts en haar assistent het konijn gisteren onderzochten, beefde het dier vreselijk.
  3. Ik verzend vandaag het pakketje, zodat het morgen bij de ontvanger in huis ligt.
  4. Twee agenten wilden zonet de dieven arresteren, maar zij vluchtten.
  5. Onlangs testte de Consumentenbond hamburgers en binnenkort publiceert hij de uitslag.


Slide 8 - Diapositive

Uitleg: Zinnen met meerdere persoonsvormen
In deze zin gebeuren twee dingen.

De zin heeft 
ook twee persoonsvormen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive


De persoonsvormen in deze zin zijn dus gaan en is
Kamperen is ook een werkwoord, maar dat verandert niet en is dus geen persoonsvorm.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 15 - Diapositive

Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 16 - Question ouverte

Verander de tijd in de zin
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Isabel had de hele wedstrijd zitten kijken, maar had niet alle doelpunten gezien.

Slide 17 - Diapositive

Opdr. 2  PV / geen PV
Hij ... (verven) gisteren de deuren die hij eerst had ... (schuren).

Slide 18 - Diapositive

Opdr. 2  PV / geen PV
Hij ... (verven) gisteren de deuren die hij eerst had ... (schuren).

    wel een pv                                                                   
    verfde

Slide 19 - Diapositive

Opdr. 2  PV / geen PV
Hij ... (verven) gisteren de deuren die hij eerst had ... (schuren).

    wel een pv                                                           geen pv, volt deelw.              verfde                                                                    geschuurd     

Slide 20 - Diapositive

Zelf aan de slag
  • Hoofdstuk 2 Taalverzorging spelling 
  • p. 60 en 61
  • Maak opdracht 2 t/m 6 in je schrift.

Slide 21 - Diapositive