4VWO-SEMANA 43 (8)- LUNES 24 ,MARTES 25 Y JUEVES 27 DE OCTUBRE

LUNES 24-10-22
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VLeerroute 5

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

LUNES 24-10-22

Slide 1 - Diapositive

BEGINTAAK
Schrijf in complete zinnen 3 dingen die je in deze vakantie hebt gedaan en vertel hoe je het hebt gehad.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

EL DÍA
LA FECHA
HOY ES LUNES 24 DE OCTUBRE DE 2022
¿ES HOY UN DÍA ESPECIAL?

Slide 3 - Diapositive

HOY HACE BUEN TIEMPO
HOY HACE MAL TIEMPO

Slide 4 - Diapositive

¿QUÉ TAL TUS VACACIONES DE OTOÑO?

Slide 5 - Diapositive

OBSERVA
  • ¿QUÉ TIPO DE TEXTO ES?
  • ¿DE QUÉ PAÍS CREES QUE ES? ¿POR QUÉ?
  • PIENSA DOS PREGUNTAS PARA ESTE TEXTO
stopwatch
00:00

Slide 6 - Diapositive

TB PG. 21- WB PG. 62/63 EJ. 20B/C/D
timer
5:00
20B
20C/D

Slide 7 - Diapositive

QUIERO HABLAR DE ALGO IMPORTANTE

Slide 8 - Diapositive

WAT KAN IK ZELF DOEN?
  • Beter opletten
  • De taal vaker gebruiken
  • Leren
  • Aan mijn planning houden
  • Georganiseerd schoolwerk doen
  • Huiswerk maken
  • Op tijd beginnen met leren
  • Mijn best doen
  • Actief meedoen in de les
  • Veel oefenen
  • Tijd maken om te leren
  • Huiswerk niet op het laatste moment maken
  • Films of series kijken en met mijn moeder praten
  • Aantekeningen maken
  • Al mijn motivatie in Spaans zetten
WAT MOET DE DOCENT DOEN?
  • Alleen les geven
  • Goed les geven
  • Niet te veel huiswerk geven
  • Rekening houden met ons rooster
  • Alles goed organiseren en voorbereiden
  • Goed uitleg geven
  • Werk, opdrachten en lees teksten uitdelen
  • Vragen beantwoorden
  • Duidelijk uitleggen wat je moet leren en waar je dat kan zien
  • Materialen beschikbaar stellen
  • Vragen of we het begrijpen
  • Niet al te lang bij 1 onderwerp hagnen
  • Toetsen niet zo moeilijk maken
  • Soms gewoon ook Nederlands praten tijdens het les geven
  • Mij stimuleren
  • Positief blijven
complimenten geven!

Slide 9 - Diapositive

Wat verwacht mijn docent van mij
  • Dat je de verantwoordelijkheid neemt van jouw leerproces:(vragen stellen, lesstof volgen, huiswerk maken, woordenschat leren)

  • Dat je meedoet in de les

  • Dat je positief bijdraagt aan de klassfeer

  • Dat je de moeite doet om Spaans in de les te praten met mij en jouw klasgenoten.

  • Dat je kunt aangeven wat je van mij nodig hebt.

  • Dat je in mijn lessen plezier ervaart en nieuwe dingen leert.

Slide 10 - Diapositive

LOS IDIOMAS DE ESTA CLASE
¿hoeveel talen spreken we met elkaar?
  1. Nederlands
  2. Spaans
  3. Duits
  4. Engels
  5. Frans
  6. Surinaams
  7. Sranantongo
  8. Italiaans
Sranantongo, kortweg Sranan, of Surinaams, is een in Suriname gesproken creoolse taal. Het geldt samen met het Nederlands als lingua franca in Suriname en de Surinaamse diaspora als een wijdverspreide contacttaal.
Met tussen de 320 en 400 miljoen mensen over de hele wereld die Spaans spreken als eerste taal en miljoenen meer als hun tweede taal, is Spaans een van de meest wijdverspreide en belangrijke talen van de moderne wereld van vandaag.
Samen met het zijn van een officiële taal van talloze internationale organisaties, is Spaans de officiële taal van 21 landen, waaronder Spanje en het grootste deel van Latijns-Amerika. Bovendien, met de instroom van de immigratie naar de Verenigde Staten in de afgelopen decennia, neemt de Spaanstalige bevolking exponentieel toe; vandaag, meer dan 30 miljoen mensen van vijf jaar en ouder spreken thuis Spaans, dat is ruim 10% van de Amerikaanse bevolking!
Sranantongo, kortweg Sranan, of Surinaams, is een in Suriname gesproken creoolse taal. Het geldt samen met het Nederlands als lingua franca in Suriname en de Surinaamse diaspora als een wijdverspreide contacttaal.
Italiaans – Italiano – wordt uiteraard in Italië gesproken. Maar ook in andere (vooral Europese) landen spreken ze Italiaans. Zo is het een officiële taal in Zwitserland, Vaticaanstad en San Marino. Slovenië en Kroatië erkennen Italiaans als officiële minderheidstaal

Slide 11 - Diapositive

LOS IDIOMAS DE ESTA CLASE
¿hoeveel talen spreken we met elkaar?
  1. Hindoenstaans
  2. Urdu
  3. Hindi
  4. Pools
  5. Igbo
  6. Punjabi 
  7. Twi
Met Hindoestaans wordt de taal bedoeld die in Suriname en Nederland wordt gesproken door Surinamers van Hindoestaanse afkomst. Andere benamingen voor Hindoestaans zijn Sarnami Hindustani, Sarnami Hindi of afgekort het Sarnami.. 
Urdu is een van de nationale talen van Pakistan en wordt door meer dan 100 miljoen mensen over de wereld gesproken, als eerste of tweede taal. Naast Pakistan wordt het ook gesproken in onder andere Afghanistan, Bangladesh en India. Het is een Indo-Arische taal en is bijna gelijk aan Hindi.
Het Hindi (हिन्दी) is een Indo-Arische taal die voornamelijk in India wordt gesproken. Het is een gestandaardiseerde variant van het Hindoestani. Het is een van de twee nationale officiële talen van India en tevens een van de meest gesproken talen ter wereld.
De meeste sprekers van het Pools wonen in Polen (38,6 miljoen inwoners). Andere grote groepen sprekers/Polen wonen onder meer in de Verenigde Staten en in de landen van de voormalige Sovjet-Unie (vooral Wit-Rusland, Oekraïne en Litouwen).
 In Nigeria worden meer dan 500 talen gesproken. Igbo wordt in het zuidoosten van het land gesproken en is de moedertaal van het Igbo volk, één van de grootste etnische groeperingen. Het is ook een regionale minderheidstaal in Equatoriaal-Guinea.
Punjabi, ook wel gespeld als Panjabi, wordt gesproken in Zuid-Pakistan (West-Punjab) en Noord-India (Oost-Punjab).Het aantal sprekers wordt geschat tussen de 80 en 100 miljoen in 2013, afhankelijk van welke talen en dialecten tot de taal worden gerekend (Lewis, 2013). Punjabi behoort tot de Indo-Arische taalfamilie (subgroep van de Indo-Europese taalfamilie) 
Het Twi is een taal die gesproken wordt in Ghana door ongeveer zeven miljoen mensen. Oorspronkelijk is het de taal van de Ashanti's; een vroegere stam in Ghana. De taal is een dialect van het Akan, dat op zijn beurt weer onderdeel is van de Kwa-talen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

PRÁCTICA DE LECTURA

Slide 15 - Diapositive

OBJETIVOS
  • Aan het eind van de les weet je wat voor soort lezer je bent.

  • Je kent een aantal leesstrategieën en je kun er minimaal 2 van toepassen.

Slide 16 - Diapositive

TEGENSTRIBBELENDE LEZER: kunnen wel lezen maar kiezen ervoor om het niet te doen. 
WOORDLEZERS: kunnen woorden lezen maar ze weten niet wat ze gelezen hebben en ze kunnen het ook niet onthouden.
GOEDE LEZERS: geven betekenis aan wat ze lezen.
Ze verliezen snel de vaardigheid om echt te kunnen lezen als ze blijven niet lezen.

Wanneer ze door hebben dat ze niet begrijpen wat ze lezen en het ook niet kunnen onthouden, dan geven ze het snel op.
In het algemeen zijn deze goed lln maar presteren ze slecht voor opdrachten waarbij ze zelf verbanden moeten leggen of conclusies trekken.
Ze activeren hun voorkennis om teksten beter te kunnen begrijpen.

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte

Ze trekken conclusies.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

¿QUÉ VOZ ESCUCHAS?
WAT VOOR STEM HOOR JE?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

CARPETA DE LECTURA
JE GAAT  3 TEKSTEN LEZEN EN DE
VRAGEN BEANTWOORDEN.
timer
20:00

Slide 27 - Diapositive

TRABAJAMOS EN GRUPOS
GRUPO 1
Alisha, Thankgod, Joshua, Myson, Achraf, Isaiah, 
TEXTO 1, 2, 3
GRUPO 2
Anika, Evangeline,  Jude, Naisha, Inaysha, Natan, Jiya, Yash, Kijan, Divine, Golvinio
TEXTO 3, 4, 5
GRUPO 3
Tiara, Ifi, Tamana, Fahima, Seb, Medoh, Sukhman
TEXTO 9,11,8

Slide 28 - Diapositive

TEXTO 1

Slide 29 - Diapositive

TEXTO 2

Slide 30 - Diapositive

TEXTO 3,4,5

B
C
A

Slide 31 - Diapositive

TEXTO 9

Slide 32 - Diapositive

MARTES 25-10-22
¿TIENEN TODOS EL LIBRO DE TEXTO (TB) PA2?

Slide 33 - Diapositive

TRABAJAMOS EN GRUPOS
GRUPO 1
Alisha, Thankgod, Joshua, Myson, Achraf, Isaiah, 
TEXTO 1, 2, 3

TEXTO 4, 5, 6
GRUPO 2
Anika, Evangeline, Golvinio, Jude, Naisha, Inaysha, Natan, Jiya, Yash, Kijan, Divine
TEXTO 3, 4, 5

TEXTP 6, 7, 8
GRUPO 3
Tiara, Ifi, Tamana, Fahima, Seb, Medoh, Sukhman
TEXTO 9

 TEXTO 11,8
timer
1:00

Slide 34 - Diapositive

TEXTO 1

Slide 35 - Diapositive

TEXTO 2

Slide 36 - Diapositive

TEXTO 3,4,5

B
C
A

Slide 37 - Diapositive

TEXTOS 6,7, 8
6
C
7
8

Slide 38 - Diapositive

TEXTO 9

Slide 39 - Diapositive

TEXTO 11

Slide 40 - Diapositive

TEXTO 8

Slide 41 - Diapositive

  • ¿Quién organiza la fiesta y por qué?
  • ¿A quién invita?
  • ¿Qué día y a qué hora es la fiesta?
  • ¿Dónde es la fiesta?

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

JUEVES 27-10-22

Slide 44 - Diapositive

BEGINTAAK
timer
5:00

Slide 45 - Diapositive

LOS OBJETIVOS:

Je kunt aan geven wat je wilt drinken en eten.

Je kunt aan iemand vragen wat hij/zij wil drinken en eten.




DE SUCCESCRITERIA

Je kent minimaal de naam van een gerecht, van een drank en van een nagerecht.

Je weet welke werkwoord moet je gebruiken om aan te geven wat je wilt en om te vragen wat iemand anders wil.




Slide 46 - Diapositive

WB PG. 65 
timer
1:00

Slide 47 - Diapositive

HABLAMOS - WB PG. 65
timer
5:00

Slide 48 - Diapositive

LOS OBJETIVOS:

Je kunt aan geven wat je wilt drinken en eten.

Je kunt aan iemand vragen wat hij/zij wil drinken en eten.




DE SUCCESCRITERIA

Je kent minimaal de naam van een gerecht, van een drank en van een nagerecht.

Je weet welke werkwoord moet je gebruiken om aan te geven wat je wilt en om te vragen wat iemand anders wil.



CONTROLAMOS

Slide 49 - Diapositive

LOS OBJETIVOS:

Je weet wat een klinkerwisselingwerkwoord is .

Je weet welke soorten klinkerwisselingen er zijn.
 






DE SUCCESCRITERIA

Je weet waar de klinkerwisseling plaats vindt.

Je kent minimaal 2 werkwoorden van elke groep.

Je weet wat deze werkwoorden betekenen.




Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

Slide 52 - Vidéo

Verbos con cambio vocálico

Slide 53 - Diapositive

LOS OBJETIVOS:

Je weet wat een klinkerwisselingwerkwoord is .

Je weet welke soorten klinkerwisselingen er zijn.
 






DE SUCCESCRITERIA

Je weet waar de klinkerwisseling plaats vindt.

Je kent minimaal 2 werkwoorden van elke groep.

Je weet wat deze werkwoorden betekenen.




CONTROLAMOS

Slide 54 - Diapositive