Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Is dit ironie, sarcasme of cynisme?
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 2 - Quiz
Is dit ironie, sarcasme of cynisme?
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 3 - Quiz
Doelen van vandaag
- Je herkent non-verbale communicatie
- Je ziet het belang in van non-verbale communicatie
- Je kan non-verbale communicatie goed interpreteren
Slide 4 - Diapositive
Wat gaan we doen?
* uitleg en oefenen non verbale communicatie
* zelfstandig opdrachten maken (school en thuis)
* samen afsluiten
Slide 5 - Diapositive
Wat is non-verbale communicatie?
Met non-verbale communicatie, ook wel analoge communicatie genoemd, bedoelt men elke vorm van uitwisseling van boodschappen tussen mensen of levende wezens via niet-talige signalen of tekens: 'zonder woorden'. Wikipedia
Slide 6 - Diapositive
Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en les geven
C
Lachen, boos kijken en oogcontact
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
01:14
Wat is er aan de hand?
A
Hij moet lachen
B
Hij moet niezen
C
Hij wil iets zeggen
D
Hij heeft pijn
Slide 9 - Quiz
01:41
Wat is zijn probleem?
Slide 10 - Question ouverte
03:25
Wat is zijn probleem?
Slide 11 - Question ouverte
03:25
Willen jullie dit filmpje afkijken?
ja
nee
Slide 12 - Sondage
emoties
Slide 13 - Carte mentale
basis emoties
Blij; vrolijk, enthousiast, gelukkig
Boos; chagrijnig, kwaad, agressief
Bang; zenuwachtig, verlegen, gestrest
Bedroefd; verdrietig, teleurgesteld, depressief
Slide 14 - Diapositive
Opdracht 1:
* Schrijf de 4 basisemoties op
* Zoek 5 nieuwe Nederlandse woorden die hierbij passen. Bedenk hierbij de Engelse woorden en vertaal ze naar het Nederlands, dus bv.