Mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperkingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe verder met het keuzedeel
- Zorgen dat het portfolio compleet is
- Presentatie en interview
- Uitwerken opdrachten verstandelijke beperking/ psychiatrie
- Casussen oefenen

Slide 2 - Diapositive

De komende weken: 
- Verstandelijke beperkingen
- Lichamelijke beperkingen
- Zintuigelijke beperkingen 
- Psychiatrie 
- stemmingsstoornissen
- verslaving
- Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 3 - Diapositive

Wie heeft er al ervaring in de gehandicaptenzorg?
-stagevoorbeelden
 

Slide 4 - Diapositive

Lezen boek  hoofdstuk 8

Slide 5 - Diapositive

Stoornis, beperking, handicap
Stoornis = als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is. 

Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. 

Handicap = een nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Slide 6 - Diapositive

Stoornis 
- Afwijking in, of verlies van, functies of anatomische eigenschappen

- Een stoornis is altijd objectief: een bevoegde arts of psycholoog kan het vaststellen.

- Ze kunnen verergeren, verbeteren en stabiel blijven. Ze kunnen af en toe optreden maar ook voortdurend aanwezig zijn. 

Slide 7 - Diapositive

Voorbeelden
- Intellectuele en andere psychologische stoornissen
      o Autisme                                         o Bipolaire stoornis
      o Depressie                                     o  ADHD
      o Persoonlijkheidsstoornis 

- Stem, spraak en taalstoornissen
- Gehoor – en evenwichtsstoornissen
- Gezichtsstoornissen
- Stoornissen in het bewegen
- Huid – en gevoelsstoornissen

Slide 8 - Diapositive

Beperking
= de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis.  

Op het gebied van:  
- Leren en toepassen van kennis                         - Zelfverzorging 
- Communicatie                                                           - Huishouden 
- Mobiliteit                                                                       - Communicatie en relaties 
- Maatschappelijk leven 

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de oorzaken van een verstandelijke beperking?

Slide 10 - Carte mentale

IQ
Omschrijving Ontwikkelingsniveau IQ-score
Lichte verstandelijke beperking: 7- tot 12-jarige 51-70
Matige verstandelijke beperking 4- tot 6-jarige 36-50
Ernstige verstandelijke beperking 1- tot 4-jarige 21-35
Zeer ernstige verstandelijke beperking 0-2 jarige 0-20

Slide 11 - Diapositive

Aan welke signalen herken je een LVB patiënt?

Slide 12 - Question ouverte

signalen vb
Er zijn signalen die wijzen op een verstandelijke beperking. Iemand met een licht verstandelijke beperking heeft te maken met problemen, zoals:

langdurige werkeloosheid 
isolement
huiselijk geweld
schulden

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Hoe zorg je er voor dat het gesprek goed verloopt?

Slide 15 - Carte mentale

Mag je iemand behandelen als diegene wilsonbekwaam is
A
Ja dat mag, want hij kan dit toch niet zelf beslissen
B
nee, er valt toch niets meer te redden
C
Nee,WGBO zegt dat de patiënt toestemming moet geven
D
ja als iemand anders de wettelijke vertegenwoordiger si

Slide 16 - Quiz

Een meervoudige beperking houdt in dit geval in:
A
Verstandelijk beperkt en motorisch beperkt
B
Verstandelijk beperkt en verbaal beperkt
C
Verstandelijk beperkt en visueel beperkt
D
Verstandelijk beperkt en zintuiglijk beperkt.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Mensen met het syndroom van down zijn licht verstandelijk beperkt
A
Nooit
B
Soms
C
Altijd
D
syndroom van down heeft niets met een verstandelijke beperking te maken

Slide 20 - Quiz

Welke kenmerken van het syndroom van down ken je

Slide 21 - Carte mentale

Bij iemand met een lichte verstandelijke beperking maak je in de communicatie gebruik van
A
Pictogrammen
B
Plaatjes en pictogramma
C
Voorwerpen en pictogrammen
D
Plaatjes, voorwerpen en pictogrammen

Slide 22 - Quiz

2

Slide 23 - Vidéo

00:59
Jordy heeft een lichte verstandelijke beperking. Welke belemmerende factoren spelen nog meer mee in zijn ontwikkeling

Slide 24 - Question ouverte

02:09
Welke vaardigheden heeft Jordy nodig om in de maatschappij te kunnen functioneren. (denk niet alleen praktisch)

Slide 25 - Carte mentale