Lezen - Hoofdzaken en bijzaken - les 1

Hoofdzaken en bijzaken
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdzaken en bijzaken

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Lezen
Uitleg hoofdzaken en bijzaken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik op paragraaf 4

Slide 3 - Diapositive

Welke tekstverbanden hebben we geleerd?

Slide 4 - Carte mentale

Welke signaalwoorden ken jij nog?

Slide 5 - Question ouverte

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden:

opsomming, volgorde van tijd en voorbeeld

signaalwoorden:

- opsomming: en eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

- volgorde van tijd: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen

voorbeeld:  bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert wat hoofdzaken zijn. 
Je leert wat bijzaken zijn.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je nog onthouden van de tekst?

Slide 10 - Carte mentale

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.

Wat niet zo belangrijk is, zijn bijzaken.

Slide 11 - Diapositive

Hoofdzaken

Alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven


Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea


Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Slide 12 - Diapositive

Bijzaken

De minder belangrijke informatie over het onderwerp


Bijzaken kun je weglaten in een tekst, het belangrijkste blijft over


Slide 13 - Diapositive

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 14 - Quiz

Hoofdzaken van een tekst vind je
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot en de kernzin

Slide 15 - Quiz

Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's

Slide 16 - Quiz

Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Aan de slag

Opdrachten van Nieuw Nederlands

Paragraaf 5 - hoofdzaken en bijzaken. 

Slide 18 - Diapositive