Onderdeel 1: Cursus 1 Meer dan lezen paragraaf 5 Hoofd- en bijzaken (editie 7)

Welkom bij Nederlands!
Cursus 1 Meer dan lezen 

paragraaf 5: Hoofdzaken en bijzaken
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Cursus 1 Meer dan lezen 

paragraaf 5: Hoofdzaken en bijzaken

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

  1. Herhalen Theorie Tekstverbanden en signaalwoorden
  2. Theorie hoofd-en bijzaken
  3. Maken opdrachten online


Slide 2 - Diapositive

Herhalen
Nu:

  • kun je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden  √

Slide 3 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
Dus...
Zinnen en alinea’s hebben met elkaar te maken. 
Welk verband? --> signaalwoord 

Drie tekstverbanden:
  1. Opsomming (volgorde niet belangrijk); signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, streepjes (–), dots (•), getallen (1, 2, 3) of een dubbele punt (:).
Voorbeeld: Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.


Slide 4 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Tijdsvolgorde (chronologie) (volgorde wel belangrijk)
Te herkennen aan jaartallen en aan deze signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.
Voorbeeld: Eerst tekenen we de figuren en maken we een kartonnen bordspel van de game.
Daarna gaan de programmeurs aan de slag. Ten slotte wordt het spel getest.

3. Voorbeeld (toelichting)
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou.
Voorbeeld: Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.





Slide 5 - Diapositive

Lesdoel:

Aan het einde van de les:

  • kun je hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst.

Slide 6 - Diapositive

Hoofdzaken en bijzaken

Slide 7 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken
Dus...
Hoofdzaken


  • De belangrijkste informatie in een tekst of programma 
  • lees je vaak in de inleiding en in het slot. 
  • ook de eerste en laatste zin van elke alinea

Bijzaken
  • wat niet zo belangrijk is
  • vaak voorbeelden of een uitleg
  • woorden waaraan je kunt zien dat er een voorbeeld of een uitleg komt: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals of onder andere.

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk 
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig Meer dan lezen, hoofd- en bijzaken alle opgaven online.
Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt hier 20 minuten tijd voor  
Klaar? 
Lezen in je leesboek/tijdschrift.




timer
20:00

Slide 9 - Diapositive

Afsluiten:
Nu:

  • kun je hoofdzaken en bijzaken herkennen in een tekst.  √

Slide 10 - Diapositive