4havo - Les 6 - 5.2 Transport van warmte

Hoeveel significante cijfers:
1,005 × 10²
A
1
B
2
C
3
D
4
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoeveel significante cijfers:
1,005 × 10²
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 1 - Quiz

Hoeveel kelvin is 24 graden Celsius?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de eenheid van warmte?
A
kelvin
B
joule
C
graden Celsius
D
centimeter

Slide 3 - Quiz

Wat bevindt zich tussen de moleculen volgens het molecuulmodel?
A
Ruimte
B
Andere moleculen
C
Protonen
D
Elektronenwolk

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt de drie vormen van warmtetransport
herkennen en uitleggen.

Je kunt voorbeelden geven van stoffen die 
goed/slecht geleiden en goed/slecht warmte-
straling absorberen/reflecteren.


Slide 5 - Diapositive

Warmte(stroom)
Warmte stroomt altijd vanzelf van de hoge temperatuur
naar de lage temperatuur.
Er is energie nodig om warmte terug te brengen.


Slide 6 - Diapositive

Warmtetransport
Warmte kan zich op drie manieren 
verplaatsen:
  • Warmtegeleiding
  • Warmtestroming
  • Warmtestraling

Groot temperatuurverschil ∆𝑇 → veel warmtetransport

Slide 7 - Diapositive

Warmtegeleiding
Warmte wordt in het materiaal doorgegeven.
De moleculen stoten tegen hun buren waardoor deze meer energie krijgen.





Slide 8 - Diapositive

Warmtegeleiding



Goede geleiders: Metalen (geleidingselektronen)
Slechte geleiders: Lucht, kurk, rubber, textiel

Thermische geleidbaarheid / warmtegeleidingscoëfficiënt zegt hoe goed een stof geleidt (Zie BINAS tabel 8 t/m 12)

Slide 9 - Diapositive

Wat is de warmtegeleidingscoëfficiënt van aluminium? Waar heb je die gevonden?

Slide 10 - Question ouverte

Warmtestroming
Warme en koude lucht/gas verplaatst zich en neemt de warmte mee.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Warmtestraling
Voorwerpen stralen warmte uit in de vorm van elektromagnetische golven (infrarood).

Geen medium nodig.

Slide 13 - Diapositive

Waar vindt warmtegeleiding en
warmtestroming plaats?

Slide 14 - Question ouverte

Warmtetransport zonder tussenstof vindt plaats bij:
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 15 - Quiz

In het water is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen

Slide 16 - Quiz

Welke vorm van warmtetransport zie je hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle 3

Slide 17 - Quiz

Isolator
Slechte geleiders = isolatoren

Slide 18 - Diapositive

Vanochtend stond ik met mijn blote voeten op de stenen keukenvloer ik kreeg koude voeten. Op de houten vloer in mijn kamer hield ik warme voeten. De vloeren waren even warm. Hoe kan dit?

Slide 19 - Question ouverte

Begrippen uit deze les

Slide 20 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 21 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Question ouverte