1.2 Verbranding

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1.2 Verbranding

Leerdoelen

• Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding en lichamelijke activiteit
• Je kunt benoemen dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
• Je kunt het verschil in verbranding tussen koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven

Verbranding

• Elke cel in elk organisme heeft energie nodig; anders gaat de cel dood
• Ook heb jij energie nodig om bijvoorbeeld te kunnen bewegen of om je lichaamstemperatuur rond de 36,4 graden te houden
• Deze energie komt vrij door glucose af te breken

Verbranding

• De afbraak van glucose noem je verbanding
• In formule: Glucose + Zuurstof --> Water + CO2 + Energie

Komt dit bekend voor??

Fotosynthese: Water + CO2 + Energie --> Glucose + Zuurstof

Verbranding

• De energie die vrijkomt bij verbranding wordt omgezet in beweging en warmte
• Hoe actiever je bent, hoe meer energie je nodig hebt --> meer verbranding (vooral in de spieren)
• Je hart en longen werken dan harder om voldoende brandstof en zuurstof naar je cellen te krijgen en om afvalstoffen en CO₂ af te voeren

Maken opgave 3

Klaar? --> maken opgave 1 en 2

 

Koudbloedig

• Lichaamstemperatuur gelijk aan de omgeving
• Hoe hoger de temperatuur hoe meer verbranding er in de cellen plaatsvindt 
• Weinig verbranding --> weinig energie beschikbaar voor het dier

Waarom houden veel koudbloedige dieren in de winter een winterslaap?

Warmbloedig

• Lichaamstemperatuur constant gedurende het jaar
• Hogere temperatuur = meer verbranding
•  Meer energie beschikbaar, dus warmbloedige dieren kunnen ook 's winters een actief leven leiden

Warmbloedig

• Om lichaamstemperatuur vast te houden hebben warmbloedige dieren isolatie. Wie kan hier een voorbeeld van geven?

• Andere oplossing: de trek
• Sommige dieren (vooral vogels) trekken 's winters weg naar warmere gebieden

's Winters is het koud, dus om warm te blijven moeten warmbloedige dieren veel ... energie verbruiken? Daardoor moeten ze ook ... eten

1. meer, minder
2. minder, meer
3. meer, meer
4. minder, minder

Sommige zoogdieren (warmbloedig) houden een winterslaap

1. Waar
2. Niet waar

Maken opgave 4

Klaar? --> maken opgaven 6 t/m 8

Huiswerk: 6 t/m 8, 10 en 11