les 5 8.5

les 5 8.5
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
wiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

les 5 8.5

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen vorige les
8.3
  • Ik weet wat overstaande hoeken zijn.
8.4
  • Ik weet wat schuifsymmetrie is en kan dit toepassen bij evenwijdige lijnen.
  • Ik kan een vlakvulling maken met vlakke figuren.

Slide 2 - Diapositive

overstaande hoeken
hoek S=
hoek S2 =

Slide 3 - Diapositive

overstaande hoeken
hoek P12 =
hoek P3 =

Slide 4 - Diapositive

Een hoek van 180 graden is een...
A
Rechte hoek
B
Gestrekte hoek
C
Volle hoek
D
Overstaande hoek

Slide 5 - Quiz

Hoek P1 en P2 zijn...
A
Gestrekte hoek
B
Overstaande hoeken

Slide 6 - Quiz

Wat is de overstaande hoek van hoek A2?

A
Hoek A145
B
Hoek A45
C
Hoek A15
D
Hoek A345

Slide 7 - Quiz

wat is de overstaande hoek van
A12
A
A56
B
A4
C
A45
D
A5

Slide 8 - Quiz

schuifsymmetrie
motief
patroon

Slide 9 - Diapositive

Schuifsymmetrie

Slide 10 - Diapositive

leerdoelen
  • Ik kan hoeken berekenen in een gelijkbenige driehoek door eerst een schets te maken.
  • Ik kan hoeken berekenen door gebruik te maken van de regel 'gestrekte hoek'. 

Slide 11 - Diapositive

gelijkbenige driehoek
hoe groot is hoek Q?
hoe groot is hoek R?

Slide 12 - Diapositive

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.


Slide 13 - Diapositive

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.


Slide 14 - Diapositive

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.


Slide 15 - Diapositive

een schets maken
Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:
Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.
hoek C = hoek B (lijnsymmetrie, basishoeken)
hoek A = 180 - 75 - 75 = 30 graden (hoekensom driehoek)


Slide 16 - Diapositive

Welke hoek is de tophoek?
A
Â
B
Ô
C
Ê
D
geen van allen

Slide 17 - Quiz


In een gelijkbenige driehoek is de tophoek 30 graden. Hoe groot is de basishoek?
A
180 - 30 = 150
B
(180-30) : 2= 75
C
180 - 30 - 30 = 120
D
(180 -30 -30) : 2 = 60

Slide 18 - Quiz

In een gelijkbenige driehoek ABC is de tophoek C 80 graden. Hoe groot zijn de basishoeken A en B?
A
∠ A = 80 graden ∠ B = 80 graden
B
∠ A = 40 graden ∠ B = 40 graden
C
∠ A = 45 graden ∠ B = 45 graden
D
∠ A = 50 graden ∠ B = 50 graden

Slide 19 - Quiz

Een basishoek van een gelijkbenige driehoek is 25 graden. Hoeveel graden is de tophoek?
A
130 graden
B
50 graden
C
25 graden
D
155 graden

Slide 20 - Quiz

gestrekte hoek

Slide 21 - Diapositive

bereken alle hoeken (80)

Slide 22 - Diapositive

zelfstandig werken

maak nu opdracht 75 tot en met 85 van 8.5

kijk alles zorgvuldig na, verbeter waar nodig en plaats foto's in mijnschrift of in opdrachten in Teams

timer
25:00

Slide 23 - Diapositive