Dv les 5 85/86


A
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon


A

Slide 1 - Quiz


A

Slide 2 - Quiz

Welke doelgroep(en) kunnen/kan de mogelijkheden van participatie in de samenleving missen?

Slide 3 - Question ouverte


A

Slide 4 - Quiz


A

Slide 5 - Quiz

wat is zinvol werk?
A
dat de client het gevoel heeft nuttig bezig te zijn.
B
dat de client iets toevoegt aan de maatschappij.

Slide 6 - Quiz

wat is arbeidsbemiddeling? (bij dit vak)
A
de bemiddeling bij een arbeidsconflict
B
het in contact brengen van werkzoenende en een werkgever

Slide 7 - Quiz


Slide 8 - Question ouverte


Slide 9 - Question ouverte

Hoe kan je achter de vaardigheden van een persoon komen?
A
Wat zou hij/zij willen betekenen in de samenleving
B
Kijken naar wat zijn/haar hobby's zijn
C
Door uit zoeken waar hij/zij vandaan komt
D
Om gezamenlijke te gaan kijken naar door voorkeuren van vervoer

Slide 10 - Quiz


A

Slide 11 - Quiz

wat doet het UWV?
A
een organisatie die sollicitatie voor je doet
B
een organisatie die goede shoarma maakt
C
een organisatie die mensen die zich hebben ingeschreven voor een uitkering in contact brengt met werkgevers

Slide 12 - Quiz

wat is burger initiatief?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe houd je als sociaal werker rekening met het gevoel van eigenwaarde van de cliënt?
A
Vragen wat voor diegene belangrijk is
B
Investeren in het budget van de persoon
C
Zo leiden dat hij/zij niks meer hoeft te doen
D
De cliënt zelf het voortouw laten nemen bij beslissingen

Slide 14 - Quiz

wat betekend zinvol werk
A
werk waar je zin in hebt
B
werk waar je voldoening uit haalt
C
werk wat goed is voor de maatschappij

Slide 15 - Quiz

wat is een burger initiatief?
A
groepje of een individu die bijdrage levert aan de samenleving
B
burger activeren of actiever in de buurt bezig te zijn
C
het initiatief om een burger te activeren om zichzelf verder te ontwikkelen
D
een burger die initiatief toont

Slide 16 - Quiz

wat is ergonomisch werk?
A
dat je zo weinig mogelijk inspant tijdens werk
B
geen belastend werk verrichten
C
het werk zo aanpassen dat je lichaam niet belast

Slide 17 - Quiz

waar helpt de participatieladder bij?

Slide 18 - Question ouverte

waarvoor is een participatieladder nodig?
A
helpt om de doelen te bepalen op het gebied van dagbesteding of werk.
B
daarmee kijk je hoe je elke dag groeit op je werk.
C
je kan ermee klimmen op gebouwen

Slide 19 - Quiz

wat betekent burger iniatief?
A
dat je kijkt hoeveel hamburgers je kan eten.
B
dat je als burger een bijdrage levert aan de samenleving.
C
dat je als burger een politieke partij opricht

Slide 20 - Quiz

wat staat er NIET in de zelfstandigheidsmatrix?
A
huisvesting
B
gezinsrelatie
C
inkomen
D
sporten

Slide 21 - Quiz

hoe denk jij dat je iemand kan motiveren om mee te doen aan burger iniatief?

Slide 22 - Question ouverte

wanneer is werk zinvol werk?

Slide 23 - Question ouverte

wanneer wordt de zelfstandigheidsmatrix gebruikt?
A
om een werk/woon plek voor de cliënt te vinden
B
om de zelfraadzaamheid van de cliënt te beoordelen
C
kijken of de cliënt zelfstandig kan wonen

Slide 24 - Quiz

de participatieladder is er om doelen te bepalen op het gebied van:
A
wonen en leven
B
sociale contacten en familie
C
werk en dagbesteding
D
financiën

Slide 25 - Quiz

wat zijn juiste tips voor een sollicitatiegesprek?
A
houd je aan de dresscode, kom binnen met een glimlach, kom op tijd
B
maak niet veel oogcontact, stel geen vragen
C
benoem negatieve dingen over je oude werk, kom op tijd
D
geef een zachte handdruk, kom op tijd

Slide 26 - Quiz

Welke zelfstandigheidsmatrix gebruik je voor een 16 jarige
A
volwassene
B
huishouden
C
jongere

Slide 27 - Quiz

Wordt de participatieladder alleen gebruikt voor wolwassenen?
ja
nee

Slide 28 - Sondage

Waar bevind jij je op de participatieladder als je betaald werk verricht
A
onderaan
B
in het midden
C
bovenaan

Slide 29 - Quiz

Welke eigenschappen zijn volgens jou belangrijk om te kunnen participeren in de samenleving?

Slide 30 - Question ouverte