VMBO Bijvoeglijk naamwoord

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Je bent bezig om verschillende woordsoorten te leren herkennen in een zin. Het bijvoeglijk naamwoord is ook een woordsoort.

Slide 2 - Diapositive

12

Slide 3 - Vidéo

01:52
Wat is het bijvoeglijke naamwoord in deze zin?
We doen de grote boodschappen altijd in het weekend.

Slide 4 - Question ouverte

02:05
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

Die vraag op de toets is lastig.

Slide 5 - Question ouverte

02:21
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
Ik zie steeds dezelfde irritante reclame op mijn scherm.

Slide 6 - Question ouverte

03:24
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

De badkamer is erg mooi na die schoonmaakbeurt.

Slide 7 - Question ouverte

03:43
Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?

'De Hongerspelen' is een heel spannend boek.

Slide 8 - Question ouverte

04:03
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

We hebben sinds kort een ontzettend lieve hond.

Slide 9 - Question ouverte

04:43
Van welk hele werkwoord komt 'gesloten'?

Slide 10 - Question ouverte

05:02
Van welk hele werkwoord komt 'geleend'?

Slide 11 - Question ouverte

05:48
Mijn wollen jas is verdwenen.

'Wollen' is een
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quiz

06:06
Van welk heel werkwoord komt 'verdwenen'?

Slide 13 - Question ouverte

06:16
Welk(e) bijvoeglijke naamwoord(en) zie je?

Die verdwenen jas hing in mijn grote kast.

Slide 14 - Question ouverte

06:38
Welk(e) bijvoeglijke naamwoorden zie je?
Mijn broertje is ondeugend als hij stoute dingen doet.

Slide 15 - Question ouverte

Maak zelf een zin van 8 woorden. In die zin staat een bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord. Let op spelling, hoofdletters en leestekens.

Slide 16 - Question ouverte

Maak zelf een zin van 6 woorden. In die zin staat een bijvoeglijk naamwoord achter een zelfstandig naamwoord. Let op spelling, hoofdletters en leestekens.

Slide 17 - Question ouverte

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Ik weet kan een bijvoeglijk naamwoord herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage