Zelftest thema 1

Zelftest thema 1
Check of je alles van het thema goed hebt begrepen. 

Je mag je boek er bij gebruiken. 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Zelftest thema 1
Check of je alles van het thema goed hebt begrepen. 

Je mag je boek er bij gebruiken. 

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent dit woord:
De supporters

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent dit woord:
Het clubtenue

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent dit woord:
De tactiek

Slide 4 - Question ouverte

Vul een woord in uit thema 1:
Jermain maakt een grove _____ en krijgt een rode kaart.

Slide 5 - Question ouverte

Vul een woord in uit thema 1:
We spelen tegen sterke tegenstanders in de _____

Slide 6 - Question ouverte

Vul een woord in uit thema 1:
De _____ was groot toen we niet werden geselecteerd voor de kampioenschappen.

Slide 7 - Question ouverte

Vul een woord in uit thema 1:
Door mijn ______ kan ik het hele seizoen niet meetrainen.

Slide 8 - Question ouverte

Vul een woord in uit thema 1:
De ______ waren door het dolle heen toen hun club kampioen werd

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de zin over. Gebruik hoofdletters en leestekens waar nodig.
fatima en rachelle zijn op weg naar de koningin beatrix sporthal in utrecht

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de zin over. Gebruik hoofdletters en leestekens waar nodig.
weet jij of de motorwedstrijd in assen altijd veel bezoekers trekt

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de zin over. Gebruik hoofdletters en leestekens waar nodig.
dennis bergkamp heeft vliegangst en komt daarom met de auto naar parijs

Slide 12 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
een

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 13 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
naast

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 14 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
doelpunt

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 15 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
het

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 16 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
mooie

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 17 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
zwemmen

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 18 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
zilveren

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 19 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
tegen

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 20 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
helm

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 21 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
verdedigen

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 22 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
puntentelling

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 23 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
wedstrijd

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 24 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
verliezen

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 25 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
in

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 26 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
de

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 27 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
bespreken

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 28 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
zware

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 29 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
ijzeren

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 30 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
groene

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 31 - Question ouverte

Welk woordsoort is dit?
op

Kies uit: lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, voorzetsel

Slide 32 - Question ouverte

Boven een tekst in de krant staat...
A
een bijschrift
B
een tussenkop
C
een titel

Slide 33 - Quiz

Wat vertelt de bron van een tekst?
A
Waar een tekst vandaan komt.
B
Waar de schrijver van een tekst woont
C
Wat het onderwerp is van een tekst.

Slide 34 - Quiz

wat is een verslag?

Slide 35 - Question ouverte

Welke vijf schrijfvragen horen bij het schrijven van een verslag?

Slide 36 - Question ouverte