Argumenten beoordelen

4.2 argumenten beoordelen 


1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.2 argumenten beoordelen 


Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 

Je weet hoe je een argument goed kan beoordelen.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe herken je of iets een feit of een mening is?

Slide 4 - Question ouverte

Feit



Mening



Argument 
  • Controleerbaar 
  • juist 



  • Niet controleerbaar
  • persoonlijk
  • eens of oneens 


  • onderbouwing bij mening
  • signaalwoorden

Slide 5 - Diapositive

De koffie is hier altijd lauw.
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quiz

De koffie is hier niet te zuipen.
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quiz

Meneer Boven vindt de koffie niet te zuipen.
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quiz

Argumenten beoordelen 



Twee argumenten:

  • Objectieve argumenten
  • Subjectieve argumenten

Slide 9 - Diapositive

controleerbaar
niet te controleren
gebaseerd op feiten, wetenschap, waarden en algemene normen
gebaseerd op vermoedens, overtuiging of waardeoordeel  
je kunt bewijzen of het waar of niet waar is
niet te bewijzen, extra voorbeelden nodig voor geloofwaardigheid
objectief             subjectief

  

Slide 10 - Diapositive

Drogredenen 

Dit zijn foute argumenten die iemand gebruikt om zijn mening sterker te maken. 



Slide 11 - Diapositive

Generalisatie 

Te weinig gegevens gebruiken om iets algemeens vast te stellen. Er gebeurt 1 ding en daar wordt een conclusie uit getrokken. 

Er zijn nog veel meer drogredenen! 
 Onjuist beroep op autoriteit  

Zeggen dat iets waar is omdat iemand die zogenaamd er verstand van heeft het zegt. iemand belangrijk maken. 

Persoon is onbetrouwbaar. 

Slide 12 - Diapositive

Wil je altijd winnen met een discussie? Leer dit dan! 


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive