Lezen 4.1 en 4.2

Planning
  • Welkom!
  • Beterspellen
  • Uitleg paragraaf 4.1 en 4.2 
  • Aan de slag

Lesdoelen: Aan het eind van de les weet je wat: subjectieve - en objectieve argumenten zijn en wat drogredenen zijn. 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Welkom!
  • Beterspellen
  • Uitleg paragraaf 4.1 en 4.2 
  • Aan de slag

Lesdoelen: Aan het eind van de les weet je wat: subjectieve - en objectieve argumenten zijn en wat drogredenen zijn. 

Slide 1 - Diapositive


want

Slide 2 - Diapositive

Waarom is het belangrijk dat we feiten en meningen kunnen onderscheiden?

Slide 3 - Question ouverte

Vertel in je eigen woorden: hoe herken je of iets een feit of een mening is?

Slide 4 - Question ouverte

De koffie is hier altijd lauw.
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

De koffie is hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

Meneer Wolters vindt de koffie hier niet te zuipen.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Twee soorten argumenten
Objectieve argumenten:  Zijn controleerbaar en daarmee waar of niet waar. Ze zijn gebaseerd op feiten, onderzoek en wetenschap.

Subjectieve argumenten: Zijn niet feitelijke argumenten. Ze zijn bijvoorbeeld gebaseerd op vermoedens, levensbeschouwelijke overtuiging of persoonlijke waardeoordelen.

Slide 8 - Diapositive

sporten is goed voor je
Geef een objectief argument

Slide 9 - Carte mentale

sporten is goed voor je
Geef een subjectief argument

Slide 10 - Carte mentale

Drogredenen
  • Dit zijn foute argumenten of redeneringen. 

Veel voorkomende drogredenen zijn: generalisering en een onjuist beroep op de autoriteit.  

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Aan de slag
  • Werk nu verder aan jouw betoog:
  • denk aan je signaal- en verwijswoorden
  • argumenten

Extra video: Argumenteren van 
Arnoud Kuijpers


Slide 13 - Diapositive