Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lesopbouw
10 min. Zs lezen
Lesdoelen bespreken
Terugblik; bedenk een voorbeeld
Uitleg les; Extra uitleg of opdrachten maken
Opdrachten maken
Nakijken
Dream school
Evaluatie
Slide 1 - Diapositive
10 min. Zs
Lezen
timer
10:00
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat een synoniem, officieel taalgebruik, understatement en overdrijving is
Je kent het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Je kunt opdrachten maken die hiermee te maken hebben
Je kunt zelf bepalen of je extra uitleg wilt of dat je gelijk aan de slag wilt gaan met de opdrachten
Slide 3 - Diapositive
Terugblik: Bedenk een voorbeeld
Synoniem
Antoniem
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik
timer
1:00
Slide 4 - Diapositive
Terugblik: Bedenk een voorbeeld
Synoniem: liegen - jokken
Antoniem: zwart - wit
Letterlijk taalgebruik: Ga de les uit!
Figuurlijk taalgebruik: De appel valt niet ver van de boom.
Slide 5 - Diapositive
Uitleg: les
Maak een keuze:
1. Extra uitleg (10 min.); 2. Zelfstandig aan de slag met de opdrachten - Overdrijving erstatement - Leerlijn Woordenschat vmbo-kgt12
- Synoniem, homoniem, antoniem - Wikiwijs letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- Letterlijk en figuurlijk taalgebruik 2. Werkboek (blaadjes)
- Officieel taalgebruik
Slide 6 - Diapositive
Uitleg: les
Maak een keuze:
1. Extra uitleg (10 min.); 2. Zelfstandig aan de slag met de opdrachten - Overdrijving erstatement - Leerlijn Woordenschat vmbo-kgt12
- Synoniem, homoniem, antoniem - Wikiwijs letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- Letterlijk en figuurlijk taalgebruik 2. Werkboek (blaadjes)
- Officieel taalgebruik
Slide 7 - Diapositive
Extra uitleg
Overdrijving
Understatement
Synoniem, homoniem, antoniem
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Officieel taalgebruik
Slide 8 - Diapositive
Extra uitleg: Overdrijving
- Vaak gebruikt om grappig te zijn
- Groter, mooier, erger of beter maken van iets
- vb. Voor de duizendste keer, wil je alsjeblieft je jas uitdoen. (Heb je het echt
1000x gezegd?) vb. Je ziet er echt fantastisch, geweldig, leuk, mooi, super uit.
Slide 9 - Diapositive
Extra uitleg: Understatement
- Iets ergs, minder erg maken
- Iets bewust afzwakken
- Je hebt een 2 voor je proefwerk -> vb. Je hebt een paar foutjes gemaakt. (als je een 2 hebt, dan heb je bijna alles fout gedaan)
- vb. Hij heeft een glaasje teveel op. (Hij is dronken!)
Slide 10 - Diapositive
Extra uitleg: Synoniem, homoniem, antoniem
Slide 11 - Diapositive
Extra uitleg: letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik
Met figuurlijk taalgebruik bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet letterlijk moet nemen. Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij beeldspraak zoals een vergelijking.
Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik .
vb. Ze kookt van woede. (Ze kookt natuurlijk niet echt. Ze is heel kwaad).
Letterlijk taalgebruik Met letterlijk taalgebruik bedoelen we dat wat je zegt zo is. Je doet precies wat er wordt gezegd.
vb. Ga de klas uit!
Slide 12 - Diapositive
Extra uitleg: officieel taalgebruik
Officieel taalgebruik Officieel taalgebruik is formele taal = nette taal.
Deze taal wordt vaak gebruikt in officiële brieven, formulieren en teksten. De schrijver gebruikt dan ingewikkelde zinnen en moeilijke woorden die deftig klinken.
Slide 13 - Diapositive
Opdrachten
Keuze:
* Opdracht 1+2+4+5 (blz. 175)
Werkboek
* opdrachten woordenschat H5
Ben je met alles klaar:
Opdracht 3 (blz. 176) / opdracht 3 (blz. 214)
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Nakijken
Slide 15 - Diapositive
Evaluatie
Je kunt uitleggen wat een overdrijving en een understatement is
Je kunt opdrachten maken die hiermee te maken hebben
Je kunt zelf bepalen of je extra uitleg wilt of dat je gelijk aan de slag wilt gaan met de opdrachten
- Wat heb je gedaan? - Wat heb je geleerd? - Hoe ga je je thuis voorbereiden op de toets?