Les 5: Examentraining

Examentraining Engels
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining Engels

Slide 1 - Diapositive

Lesson aim
At the end of this lesson I will know how to target and practise reading, as a preparation for my final exam.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het doel van begrijpend lezen?
A
Een tekst begrijpen
B
Belangrijke informatie uit een tekst halen
C
Betekenis van onbekende woorden achterhalen
D
Een tekst voor plezier kunnen lezen

Slide 3 - Quiz

Bij welke strategie lees je de hele tekst
nauwkeurig?
A
Intensief lezen
B
globaal lezen
C
Zoekend lezen

Slide 4 - Quiz

Engelse teksten lezen en begrijpen.
A
Lukt mij goed.
B
Gaat redelijk.
C
Vind ik lastig.
D
Lukt niet.

Slide 5 - Quiz

Globaal lezen
Zoekend lezen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 6 - Question de remorquage

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.
Globaal lezen
intensief lezen
Zoekend lezen

Slide 7 - Question de remorquage

Tekst
Skimmen 
(titel, plaatjes)
Stap 2
Stap 3
Stap 5
Stap 4
Stap 1
 antwoord bepalen
Intensief lezen
Vraag lezen
Scannen

Slide 8 - Question de remorquage

Effectief of niet: leesstrategieën
Effectief
Niet effectief
Eerst de hele tekst lezen
signaalwoorden markeren
Bedenken wat je al weet over de tekst
Starten met het lezen van vragen 
Starten met lange teksten
Eerst bekijken waar de tekst over gaat
Zelf bedenken wat het antwoord op de vraag kan zijn
Letten op plaatjes

Slide 9 - Question de remorquage

LET OP:
Beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

but en because zijn signaalwoorden
but geeft een tegenstelling aan
because een oorzaak/reden

na een signaalwoord komt informatie en dus vaak je antwoord

Slide 13 - Diapositive

vertaal:
confident
commuters
struggle
audiences

Slide 14 - Question ouverte

confident      -> met (zelf)vertrouwen
commuters  -> forenzen (mensen die tussen huis en werk reizen)
struggle          -> worstelen met iets
audiences       -> publiek

Slide 15 - Diapositive

venue
concerns
affect
require
shifts

Slide 16 - Question ouverte

venue         ->         locatie
concerns    ->          bezwaren/zorgen 
affect           ->           invloed hebben op iets 
require        ->           vereisen, nodig zijn, moeten 
shifts (mv)  ->   in dit geval betekent het ploegendiensten  ( van die buschauffeurs) maar 
shift kan ook betekenen -> veranderen, verplaatsen

denk eraan dat je nooit de eerste vertaling klakkeloos overneemt... let goed op context.
Klopt het met de tekst? 

Slide 17 - Diapositive


A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

vertaal deze signaalwoorden m.b.v. het woordenboek

Slide 20 - Diapositive

consequently
however
likewise
moreover

Slide 21 - Question ouverte

consequently                     als gevolg, dus, 
however                               echter, maar, niettemin
moreover                             bovendien
likewise                                 evenals, net als, insgelijks

Dit zijn allemaal signaalwoorden, met andere woorden: een signaalwoord moet een belletje doen rinkelen.

Na een signaalwoord komt er altijd iets belangrijks-> informatie

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive


A
consequently
B
however
C
likewise
D
moreover

Slide 24 - Quiz

          Ga terug naar de vorige slide (tekst)
1. zoek moeilijke woorden in deze tekst
2. schrijf ze op -> markeer ze met geel (tijdens een papieren examen met een markeerstift)

3. Weet je wat ze betekenen?
4. kun je ze 'raden' uit de context? = tekst om een woord heen zo niet, zoek op en schrijf op. 


Slide 25 - Diapositive

moeilijke woorden uit de tekst

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

zoek ze op en schrijf de vertaling

Slide 29 - Question ouverte

has embarked                  is begonnen met
covert mission                  geheime missie
(to) rid                                  je ergens van ontdoen/afkomen
include                                omvatten, betrekken
posing as                            zich voordoen als
other reasons include     andere redenen zijn
offspring                              nageslacht, kinderen
admitting                             toegeven
Let op! als er -ing achter staat, is het HELE ww zonder -ing  ->dus je zoekt op       admit= toegeven


. du

Slide 30 - Diapositive