VMBO-T examentraining 1

Examentraining Engels T4 (1)
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining Engels T4 (1)

Slide 1 - Diapositive

Lesson aim
At the end of this lesson I will know how to target and practice reading, as a preparation for my final exam.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het doel van begrijpend lezen?
A
Een tekst begrijpen
B
Belangrijke informatie uit een tekst halen
C
Betekenis van onbekende woorden achterhalen
D
Een tekst voor plezier kunnen lezen

Slide 3 - Quiz

Bij welke strategie lees je de hele tekst
nauwkeurig?
A
Intensief lezen
B
Scannen/Skimmend
C
Begrijpend
D
Zoekend

Slide 4 - Quiz

Globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
tekst helemaal lezen
tekst goed begrijpen
specifieke informatie vinden
vinden van hoofdzaken

Slide 5 - Question de remorquage

Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 6 - Question de remorquage

Tekst
Skimmen 
(titel, plaatjes)
Stap 2
Stap 3
Stap 5
Stap 4
Stap 1
Eigen antwoord
Intensief lezen
Vraag lezen
Scannen

Slide 7 - Question de remorquage

Effectief of niet: leesstrategieën
Effectief
Niet effectief
Eerst de hele tekst lezen
Aantekeningen maken
Bedenken wat je al weet 
Starten met het lezen van vragen 
Starten met lange teksten
Eerst bekijken waar de tekst over gaat
Zelf bedenken wat het antwoord op de vraag kan zijn
Letten op plaatjes

Slide 8 - Question de remorquage

LET OP:
Beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

but en because zijn signaalwoorden
but geeft een tegenstelling aan
because een oorzaak/reden

> Na een signaalwoord komt informatie en dus vaak je antwoord!

Slide 12 - Diapositive

vertaal:
confident
commuters
struggle
audiences

Slide 13 - Question ouverte

confident
met (zelf)vertrouwen
commuters
forenzen (mensen die tussen huis en werk reizen
struggle
worstelen met iets
audiences
publiek (mv)

Slide 14 - Diapositive

venue
concerns
affect
require
shifts

Slide 15 - Question ouverte

venue
locatie
concerns
bezwaren/zorgen 
affect
invloed hebben op iets 
require
vereisen, nodig zijn, moeten 
shifts (mv)
in dit geval betekent het ploegendiensten  ( van die buschauffeurs) maar 
shift kan ook betekenen -> veranderen, verplaatsen

denk eraan dat je nooit de eerste vertaling klakkeloos overneemt... 
let altijd goed op context: KLOPT DE VERTALING MET DE TEKST?!

Slide 16 - Diapositive


A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

vertaal deze signaalwoorden m.b.v. het woordenboek

Slide 19 - Diapositive

consequently
however
likewise
moreover

Slide 20 - Question ouverte

consequently                     als gevolg, dus, 
however                               echter, maar, niettemin
moreover                             bovendien
likewise                                 evenals, net als, insgelijks

Dit zijn allemaal signaalwoorden, met andere woorden: een signaalwoord moet een belletje doen rinkelen.

Na een signaalwoord komt er altijd iets belangrijks-> informatie!

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive


A
consequently
B
however
C
likewise
D
moreover

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

has embarked                      is begonnen met
covert mission                     geheime missie
(to) rid                                 je ergens van ontdoen/afkomen
include                                 omvatten, betrekken
posing as                             zich voordoen als
other reasons include           andere redenen zijn
offspring                              nageslacht, kinderen
admitting                             toegeven
Let op! als er -ing achter staat, is het HELE ww zonder -ing  ->dus je zoekt op admit= toegeven


. du

Slide 26 - Diapositive